ECLI:NL:OGHNAA:2009:BI5351

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
11 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HLAR 007/09 VV
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • R.W.L. Loeb
  • N.M. Martinez
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in hoger beroep betreffende ziektekosten en verpleging

In deze zaak heeft de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een verzoek van de echtgenoot van een overleden verzekerde om tegemoetkoming in de ziektekosten en verpleging afgewezen. De echtgenoot heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, dat op 18 december 2008 het beroep gegrond verklaarde en de SVB opdroeg om opnieuw op het verzoek te beslissen. De SVB heeft echter hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij geen nieuwe beschikking hoeft te geven totdat het Hof in hoger beroep uitspraak doet.

De voorzitter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft op 20 april 2009 het verzoek behandeld. De SVB stelt dat het geven van een nieuwe beschikking ongewenste precedentwerking kan hebben en dat de financiële gevolgen niet te redresseren zijn als het hoger beroep slaagt. De voorzitter heeft de belangen afgewogen en geconcludeerd dat er aanleiding is om de SVB te vergunnen geen nieuwe beschikking te geven totdat het Hof uitspraak doet.

De beslissing is genomen met inachtneming van de aard van de bodemprocedure, die enkel betrekking heeft op de toekenning van een geldbedrag. De voorzitter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 11 mei 2009 en is openbaar gemaakt.

Uitspraak

HLAR 007/09 VV
Datum uitspraak: 11 mei 2009
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak van de voorzitter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 85 van de Landsverordening administratieve rechtspraak), hangende het hoger beroep van:
de Sociale Verzekeringsbank,
verzoekster,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 18 december 2008 in zaak nr. 2006/142 in het geding tussen:
[de echtgenoot]
en
verzoekster.
1. Procesverloop
Bij beschikking van 29 november 2007 heeft verzoekster (hierna: de SVB) een verzoek van [de echtgenoot] [hierna: de echtgenoot] om tegemoetkoming in de kosten van geneeskundige behandeling en verpleging van wijlen zijn echtgenote afgewezen.
Bij uitspraak van 18 december 2008 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao (hierna: het Gerecht), het door [de echtgenoot] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, die beschikking vernietigd en bepaald dat de SVB opnieuw op het verzoek beslist, thans met inachtneming van hetgeen in die uitspraak is overwogen.
Tegen deze uitspraak heeft de SVB bij brief, bij het Hof ingekomen op 29 januari 2009, hoger beroep ingesteld. Voorts heeft zij de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 20 april 2009, waar de SVB, vertegenwoordigd door mr. M. Bonafasia, werkzaam in haar dienst, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De SVB wenst hangende het hoger beroep geen nieuwe beschikking op het verzoek van [de echtgenoot] om kostenvergoeding, waarbij zij er van uit gaat dat de echtgenote van [de echtgenoot] ten tijde van haar geneeskundige behandeling en verpleging een verzekerde in de zin van de Landsverordening Ongevallenverzekering was, te geven, omdat daarvan ongewenste precedentwerking zal uitgaan en de financiële gevolgen van de te geven beschikking niet wel zijn te redresseren, indien het door haar ingestelde hoger beroep slaagt.
2.2. De aldus aan het verzoek ten grondslag gelegde omstandigheden zijn aannemelijk. Nu voorts niet op voorhand valt uit te sluiten dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven, althans het verzoek om tegemoetkoming wel mocht worden afgewezen, bestaat bij afweging van de betrokken belangen aanleiding om na te melden voorziening te treffen. Daarbij is mede van belang dat het in de bodemprocedure gaat op de toekenning van louter een geldbedrag.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de Sociale Verzekeringsbank geen nieuwe beschikking op het verzoek van [de echtgenoot] hoeft te geven, totdat het Hof in hoger beroep uitspraak zal hebben gedaan.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.
w.g. Loeb
Voorzitter
w.g. Martinez
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 11 mei 2009
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,