ECLI:NL:OGHNAA:2009:BK3876

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
27 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
EJ 4167/07 - H 79/09
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Lock
  • Polkamp
  • Van der Bunt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake bijdrage in levensonderhoud en omgangsregeling

In deze Arubaanse zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 27 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen een man en een vrouw over de bijdrage in levensonderhoud en een omgangsregeling. De man, oorspronkelijk verweerder en thans appellant, heeft hoger beroep ingesteld tegen een tussenbeschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (GEA) van 3 februari 2009, die op zijn beurt weer afhankelijk was van een eerder genomen tussenbeschikking van 26 augustus 2008. De beschikking van 3 februari 2009 is een tussenbeschikking, wat betekent dat er nog geen definitieve beslissing is genomen over de onderhoudsverplichting van de man jegens de vrouw. Het Hof heeft vastgesteld dat de man te laat hoger beroep heeft ingesteld tegen deze tussenbeschikking, waardoor hij niet-ontvankelijk is verklaard. Dit geldt ook voor het beroep tegen de vastgestelde omgangsregeling, aangezien de man niet tijdig een verzoekschrift heeft ingediend voor vergunning tot tussentijds hoger beroep. De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend en is in persoon verschenen tijdens de zitting. Het Hof heeft geconcludeerd dat er geen proceskostenveroordeling van de man aan de orde is, omdat niet is gebleken dat de vrouw in hoger beroep kosten heeft gemaakt. De uitspraak van het Hof is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Registratienummer: EJ 4167/07 - H 79/09
Uitspraak: 27 oktober 2009 (Curaçao)
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Beschikking in de zaak van:
[man],
wonende in Aruba,
oorspronkelijk verweerder, thans appellant,
gemachtigde: mr. D.G. Kock,
- tegen -
[vrouw],
wonende in Aruba,
oorspronkelijk verzoekster, thans geïntimeerde,
thans procederend in persoon.
Partijen worden hierna [man] en [vrouw] genoemd.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Bij op 16 maart 2009 ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: GEA) ingediend beroepschrift heeft [man] hoger beroep ingesteld tegen de tussen partijen gewezen beschikking van het GEA d.d. 3 februari 2009 en de daaraan voorafgaande tussenbeschikking van 26 augustus 2008. Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en verzocht, de procesgang aldaar en de overwegingen en beslissingen van het GEA wordt verwezen naar die beschikkingen.
1.2 [vrouw] heeft geen verweerschrift ingediend.
1.3 Het hoger beroep is ter zitting van het Hof in Aruba behandeld op 20 oktober 2009. [man] is, vergezeld van zijn raadsman, verschenen. Door [man] zijn nadere stukken ingediend. [vrouw] is in persoon verschenen.
1.4 Bepaald is dat heden op Curaçao beschikking zal worden gegeven.
2. De ontvankelijkheid
2.1 De beschikking van 3 februari 2009 betreft een tussenbeschikking. In de beschikking wordt niet omtrent enig deel van het verzochte in het dictum uitdrukkelijk een einde gemaakt. Dat in de overwegingen van de beschikking wel een beslissing is opgenomen ten aanzien van de vraag of de onderhoudsverplichting van [man] jegens [vrouw] is vervallen maakt dat niet anders, nu een definitieve beslissing op het verzoek van [vrouw] tot het betalen van een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud, nog niet is genomen maar uitdrukkelijk afhankelijk is gesteld van de uitkomst van een onderzoek door het GEA naar de draagkracht van [man] en de behoefte van [vrouw]. Daartoe is de zaak naar een nadere zitting verwezen.
2.2 Van een tussenbeschikking mag afzonderlijk hoger beroep worden ingesteld indien daartoe door het Hof vergunning is verleend (zie art. 263a Rv). Niet is gebleken dat [man] daartoe (tijdig) een verzoekschrift heeft ingediend. Het beroepschrift is ook te laat ingediend om als een verzoek om vergunning tot tussentijds hoger beroep te worden aangemerkt. Dit betekent dat [man] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het hoger beroep tegen de beschikking van 3 februari 2009.
2.3 De beschikking van 26 augustus 2008 is eveneens een tussenbeschikking voor zover het betreft het verzoek tot een bijdrage in de kosten van levensonderhoud. Voor zover daarbij een definitieve omgangsregeling is bepaald (helemaal duidelijk is dat niet aangezien in het dictum nog wordt gesproken over een evaluatie van de omgangsregeling) betreft het een eindbeschikking. Voor zover de beschikking een tussenbeschikking is, dient [man] op dezelfde gronden als hiervoor genoemd niet-ontvankelijk te worden verklaard in het hoger beroep daartegen. Hoger beroep tegen de beschikking voor zover het een eindbeschikking is, had binnen zes weken dienen te worden ingesteld zodat voornoemd beroepschrift in zoverre te laat is ingediend en [man] om die reden in het hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
2.4 Het Hof zal [man] derhalve niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep. Nu niet is gebleken dat [vrouw] in hoger beroep proceskosten heeft gemaakt, bestaat voor een proceskostenveroordeling van [man] geen aanleiding.
BESLISSING
Het Hof:
verklaart [man] niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Lock, Polkamp en Van der Bunt, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba en ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken op 27 oktober 2009.