ECLI:NL:OGHNAA:2009:BN0552

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
18 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HLAR 028/09
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van vergunning voor radio-omroepbedrijf en niet-ontvankelijkheid hoger beroep

In deze zaak, behandeld door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, betreft het de intrekking van een vergunning voor het hebben en exploiteren van een radio-omroepbedrijf. De vergunning was oorspronkelijk verleend bij Landsbesluit van 23 april 1997, maar werd ingetrokken bij Landsbesluit van 28 februari 2007. De appellante, die in Aruba woont, heeft bezwaar gemaakt tegen deze intrekking, maar de minister van Algemene Zaken verklaarde dit bezwaar ongegrond. Het Gerecht in eerste aanleg van Aruba heeft op 11 februari 2009 het beroep van de appellante tegen deze beslissing eveneens ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak heeft de appellante hoger beroep ingesteld, maar het Hof overweegt dat de aan de ingetrokken vergunning verbonden frequentieband inmiddels aan een andere gebruiker is vergeven. Bovendien is gebleken dat de appellante niet langer voldoet aan de eisen voor een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte. Het Hof concludeert dat de appellante geen belang meer heeft bij het door haar ingestelde hoger beroep, aangezien er geen verzoek om schadevergoeding is gedaan en er geen bewijs is dat de appellante nog enig belang heeft bij het herkrijgen van de frequentieband.

Daarom verklaart het Hof het hoger beroep niet-ontvankelijk. De beslissing is genomen in naam der Koningin en is uitgesproken in het openbaar op 18 december 2009. De uitspraak is ondertekend door de voorzitter en de leden van het Hof, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

HLAR 028/09
Datum uitspraak: 18 december 2009
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend in Aruba,
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van
11 februari 2009 in zaak nr. 1516 van 2008 in het geding tussen:
appellante
en
de minister van Algemene Zaken.
1. Procesverloop
Bij Landsbesluit van 28 februari 2007, no. 13, is de bij Landsbesluit van 23 april 1997, no. 6, aan appellante (hierna: [appellante] verleende vergunning voor het hebben en exploiteren van een radio-omroepbedrijf, waarvan de uitzendingen door middel van frequentiemodulatie in de omroep frequentieband 88.0 – 108.0 MHz. plaatsvinden, ingetrokken.
Bij beschikking van 9 april 2008 heeft de minister van Algemene Zaken (hierna: de minister) het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 11 februari 2009 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] bij brief, bij het Gerecht ingekomen op 27 februari 2009, hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 november 2009, waar de minister, vertegenwoordigd door mr. D.M. Passchier, advocaat, en J.L. Jansen M. Sc., directeur van de directie Telecommunicatiezaken, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ter zitting is namens de minister te kennen gegeven dat de aan de ingetrokken vergunning verbonden frequentieband intussen aan een andere gebruiker is vergeven en [appellante] niet langer voldoet aan de eisen voor een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte. Voorts is niet gebleken dat [appellante] nog enig belang heeft bij het herkrijgen of houden van deze frequentieband of om vergoeding van als gevolg van de intrekking van de vergunning geleden schade heeft verzocht. Onder deze omstandigheden, heeft [appellante] geen belang bij het door haar ingestelde hoger beroep.
2.2. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.L. Wattel, Voorzitter, en mr. A.W.M. Bijloos en mr. P. van Dijk, Leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.
w.g. Wattel
Voorzitter
w.g. Martinez
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 december 2009
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,