ECLI:NL:OGHNAA:2009:BN6676

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
18 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HLAR 045/09
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake medische behandeling in het buitenland en procesbelang

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba werd behandeld, ging het om een geschil over de dekking van medische behandelingen in het buitenland. De appellant, wonend in Aruba, had een verzoek ingediend bij het Uitvoeringsorgaan voor een behandeling in een medische instelling buiten Aruba. Dit verzoek was eerder goedgekeurd, maar het Uitvoeringsorgaan had later een andere instelling aangewezen voor de behandeling, wat leidde tot een bezwaar van de appellant. Het Gerecht in eerste aanleg had het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang. De appellant stelde echter dat hij wel degelijk belang had bij de zaak, omdat hij aanspraak maakte op volledige vergoeding van de kosten van de medische behandeling, de reis en het verblijf.

Het Hof oordeelde dat de appellant wel degelijk belang had bij het hoger beroep, aangezien de eerdere beschikking van het Uitvoeringsorgaan op een andere grondslag was gebaseerd dan de oorspronkelijke goedkeuring. Het Hof vernietigde de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg en verwees de zaak terug naar het Gerecht voor verdere behandeling. Het Hof benadrukte dat het Uitvoeringsorgaan de mogelijkheid had om terug te komen op eerdere beslissingen, wat de appellant de kans gaf om zijn aanspraken opnieuw te laten beoordelen. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en ondertekend door de voorzitter en de leden van het Hof, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

HLAR 045/09
Datum uitspraak: 18 december 2009
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend in Aruba,
appellant,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 4 februari 2009 in zaak nr. 209 van 2008 in het geding tussen:
appellant
en
het Uitvoeringsorgaan, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Landsverordening algemene ziektekostenverzekering.
1. Procesverloop
Bij beschikking van 4 januari 2007 heeft het Uitvoeringsorgaan, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Landsverordening algemene ziektekostenverzekering, (hierna: het Uitvoeringsorgaan) appellant (hierna: [appellant]) een behandeling in een medische instelling buiten Aruba toegekend.
Bij beschikking van 12 december 2007 heeft het Uitvoeringsorgaan het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 4 februari 2009 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht) het door [appellant] daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij het Gerecht ingekomen op 19 maart 2009, hoger beroep ingesteld bij het Hof. De gronden zijn aangevuld bij faxbericht van 7 oktober 2009.
Het Uitvoeringsorgaan heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 november 2009, waar [appellant], vertegenwoordigd door mr. C.B.A. Coffie, advocaat, en het Uitvoeringsorgaan, vertegenwoordigd door mr. S.E. van Spall, werkzaam in zijn dienst, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 11 van de Landsverordening algemene ziektekostenverzekering (hierna: de LvAZV), voor zover thans van belang, heeft een verzekerde aanspraak op door een medisch specialist te verlenen, voor hem noodzakelijke genees- en heelkundige hulp, wat betreft de omvang en de vorm bepaald door hetgeen in de kring van de beroepsgenoten gebruikelijk is, een en ander voor zover de zorg wordt verleend op verwijzing door de huisarts op wiens naam betrokkene bij het uitvoeringsorgaan is ingeschreven.
Ingevolge artikel 25, eerste lid, doet het Uitvoeringsorgaan de verzekerde behandelen in een instelling in één van de landen Nederland, de Verenigde Staten van Noord-Amerika, Colombia of Venezuela, die voor het Fonds de minste kosten met zich brengt, indien door het Uitvoeringsorgaan is vastgesteld dat de aanspraak van een verzekerde op een behandeling niet in Aruba verwezenlijkt kan worden. Het regelt vervolgens al de organisatorische en financiële aspecten van de reis, het verblijf en de behandeling in de door het Uitvoeringsorgaan aangewezen instelling.
Ingevolge het tweede lid stelt de verzekerde, indien hij niet behandeld wenst te worden in de instelling, bedoeld in het eerste lid, het Uitvoeringsorgaan daarvan in kennis. Het Uitvoeringsorgaan geeft hem vervolgens een keuze uit één instelling in elk van de overige in het eerste lid genoemde landen, met dien verstande dat de verzekerde zich tevoren schriftelijk zal moeten verplichten akkoord te zijn met het feit dat het uitvoeringsorgaan na zijn terugkeer in Aruba slechts het bedrag vergoedt dat ten behoeve van zijn behandeling uit het Fonds betaald zou zijn aan de ingevolge het eerste lid door het uitvoeringsorgaan aangewezen instelling. In een geval, als bedoeld in de tweede volzin, zal de verzekerde zelf alle organisatorische en financiële aspecten van reis, verblijf en behandeling moeten verzorgen, aldus die bepaling.
2.2. De beschikking van 4 januari 2007 betreft door een medisch specialist te verlenen genees- en heelkundige hulp in het Instituto Unilet te Caracas (Venezuela). Zij is op de voet van artikel 25, eerste lid, van de LvAZV gegeven.
Bij de desbetreffende behandeling bleek een operatieve ingreep noodzakelijk in het verlengde van de voorziene ingreep, die in Aruba niet kan worden uitgevoerd.
Aan de in beroep bestreden beschikking heeft het Uitvoeringsorgaan ten grondslag gelegd dat die ingreep uitgevoerd kan worden in de Clinica General del Norte te Baranquilla (Venezuela), waarmee het een contractuele relatie heeft, doch dat [appellant] hem te kennen heeft gegeven dat deze niet in de Clinica General del Norte behandeld wenst te worden, maar in de Clinica Metropolitana te Caracas (Venezuela). Het heeft de Clinica Metropolitana krachtens artikel 25, tweede lid, van de LvAZV aangewezen als medische instelling waar de operatieve ingreep plaats vindt.
2.3. [Appellant] betoogt dat het Gerecht door het door hem ingestelde beroep wegens ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk te verklaren, heeft miskend dat het Uitvoeringsorgaan de beschikking van 12 december 2007 ten onrechte heeft gegeven op de voet van artikel 25, tweede lid, van de LvAZV en hij aanspraak heeft op volledige vergoeding van de kosten van de genoten medische behandeling, de reis en het verblijf.
2.3.1. Weliswaar heeft het Uitvoeringsorgaan bij de beschikking van 4 januari 2007 [appellant] op zijn verzoek een door hem gewenste behandeling in een door hem gewenste medische instelling buiten Aruba toegekend, maar het heeft bij de heroverweging van deze beschikking in bezwaar, beschikkend met inachtneming van de feiten en omstandigheden zoals deze zich ten tijde daarvan voordeden, betrokken dat een andere behandeling in een andere instelling dan die welke bij de beschikking van 4 januari 2007 was aangewezen, heeft plaatsgevonden. Het heeft de beschikking van 12 december 2007 voorts op een andere grondslag doen rusten. Onder die omstandigheden had [appellant] belang bij het tegen die beschikking door hem ingestelde beroep. In zoverre slaagt het betoog.
2.3.2. Dat het Uitvoeringsorgaan inmiddels, bij beschikking van 1 april 2009, omtrent de vergoeding van kosten heeft beslist en [appellant] daartegen geen rechtsmiddelen heeft aangewend, geeft voorts geen grond voor het oordeel dat [appellant] geen belang heeft bij het door hem ingestelde hoger beroep en evenmin voor het oordeel dat hij dat niet heeft bij het door hem ingestelde beroep. Niet is uitgesloten dat het Uitvoeringsorgaan in geval van vernietiging van de in beroep bestreden beschikking in de zaak voorziet op een wijze die betekenis heeft voor de beschikking van 1 april 2009. Dat deze beschikking inmiddels in rechte onaantastbaar is, betekent niet dat het Uitvoeringsorgaan daarop niet kan terugkomen, als het dat wenst te doen.
2.4. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Het Hof zal het beroep naar het Gerecht terugverwijzen, opdat het de behandeling van de zaak hervat in de stand waarin deze zich bevond. Het dient de zaak te behandelen en te beslissen met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling biedt de Landsverordening administratieve rechtspraak geen grond.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba van 4 februari 2009 in zaak nr. Lar 209 van 2008;
III. wijst de zaak naar het Gerecht terug.
Aldus vastgesteld door mr. H.L. Wattel, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.
w.g. Wattel
Voorzitter
w.g. Martinez
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 december 2009
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,