HLAR 063/08
Datum uitspraak: 18 december 2009
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
[...], wonend op Curaçao,
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 17 juli 2008 in zaak nr. 2008/14 in het geding tussen:
de directeur van de Directie Arbeidszaken van het Eilandgebied Curaçao.
Bij beschikking van 4 september 2007 heeft de directeur van de Directie Arbeidszaken van het Eilandgebied Curaçao (hierna: de directeur) een verzoek van appellante (hierna: […]) om kosteloze rechtsbijstand in verband met een door haar te voeren civiele gerechtelijke procedure afgewezen.
Bij beschikking van 7 januari 2008 heeft de directeur het daartegen door […] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 17 juli 2008 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, (hierna: het Gerecht) het daartegen door […] ingestelde beroep gegrond verklaard en die beschikking vernietigd, doch bepaald dat de rechtsgevolgen ervan in stand blijven.
Tegen deze uitspraak heeft […] bij brief, bij het Hof ingekomen op 21 augustus 2008, hoger beroep ingesteld.
De directeur heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 november 2009, waar […], vertegenwoordigd door A. Moenir-Alam, advocaat, en de directeur, vertegenwoordigd door mr. A. Obispo, senior beleidsmedewerker bij de Directie Arbeidszaken van het Eilandgebied Curaçao, vergezeld door E. Godfried, zijn verschenen.
2.1. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van het Landsbesluit kosteloze rechtsbijstand kan aan iedere in het eilandgebied Curaçao werkelijk woonplaats hebbende persoon, die on- of minvermogend is en rechtskundige bijstand behoeft, een kaart worden afgegeven, rechthebbende op kosteloze rechtsbijstand.
Ingevolge artikel 3 wordt, indien rechtskundige bijstand verleend wordt, hetzij in strafzaken, hetzij in een civiele procedure of een voorgenomen civiele procedure, welker aard naar het oordeel van het Departement Sociale en Economische Zaken rechtskundige bijstand wettigt, zulks op de in artikel 2 bedoelde kaart aangetekend en wordt daarop, voor zover het geen toevoeging op grond van het Wetboek van Strafvordering betreft, tevens de naam van de advocaat die zich met de bijstand zal belasten, vermeld.
2.2. […] betoogt dat het Gerecht, door de rechtsgevolgen van de door hem vernietigde beschikking in stand te laten en haar niet te volgen in het betoog dat de directeur zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de te voeren civiele procedure een lage kans van slagen heeft en de zaak, waar het verzoek op ziet, daarom geen rechtskundige bijstand wettigt, heeft miskend dat - samengevat weergegeven - ook de door de directeur tenslotte gegeven motivering de afwijzing van dat verzoek niet kan dragen.
2.2.1. In het bij het Gerecht ingediende verweerschrift heeft de directeur aangevoerd dat, samengevat weergegeven, hij met het belang van de zaak en de kans van slagen daarvan rekening pleegt te houden en in dit geval het verzoek wegens de geringe omvang van het met de te voeren procedure behartigde belang heeft afgewezen. Uit dat verweerschrift en het verhandelde ter zitting van het Gerecht blijkt niet dat de directeur de kans van slagen van die procedure in de beoordeling heeft betrokken. Ter zitting van het Hof heeft de directeur voorts niet duidelijk gemaakt, welke criteria bij het beoordelen van het belang van een zaak en de kans van slagen daarvan worden toegepast, hoewel, als gesteld, jaarlijks ongeveer vierhonderd verzoeken, als waar het hier om gaat, worden ingediend en behandeld.
Gelet op het vorenstaande, heeft de directeur ook met de alsnog gegeven motivering dat de te voeren procedure een lage kans van slagen heeft, de afwijzing van het verzoek niet toereikend gemotiveerd. Daartoe wordt overwogen dat het aan de directeur is om criteria vast te stellen voor de beoordeling van het belang van een zaak en de kans van slagen om voor kosteloze rechtsbijstand in aanmerking te kunnen komen.
Het betoog slaagt.
2.3. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd, voor zover de rechtsgevolgen van de vernietigde beschikking van 7 januari 2008 daarbij in stand zijn gelaten. De directeur zal een nieuwe beschikking op het door […] gemaakte bezwaar moeten geven met inachtneming van hetgeen hiervoor onder 2.2.1 is overwogen.
2.4. De directeur dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden verwezen.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 17 juli 2008 in zaak nr. 2008/14, doch slechts voor zover de rechtsgevolgen van de beschikking van de directeur van de Directie Arbeidszaken van het Eilandgebied Curaçao van 7 januari 2008 daarbij in stand zijn gelaten;
III. veroordeelt de directeur van de Directie Arbeidszaken van het Eilandgebied Curaçao tot vergoeding van de bij […] in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van Naf. 1.400,00 (zegge: veertienhonderd gulden), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; dit bedrag dient door het Land de Nederlandse Antillen aan […] te worden betaald;
IV. gelast dat het Land de Nederlandse Antillen aan […] het door haar voor de behandeling van het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van Naf. 300,00 (zegge: driehonderd gulden) vergoedt.
Aldus vastgesteld door H.L. Wattel, voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. P. van Dijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.
w.g. Wattel
voorzitter
w.g. Martinez
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 december 2009
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,