ECLI:NL:OGHNAA:2010:BM8629

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
10 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
H-57/2010
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor ernstige bedreiging en vuurwapenbezit met poging tot doodslag

In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 10 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte. De verdachte was schuldig bevonden aan ernstige bedreiging en vuurwapenbezit, evenals een poging tot doodslag in het huis van bewaring. De feiten vonden plaats in de nacht van 24 op 25 juli 2009 op Bonaire, waar de verdachte samen met mededaders met een jachtgeweer dreigend op een woning schoot en de bewoners bedreigde. De verdachte werd in eerste aanleg veroordeeld tot 42 maanden gevangenisstraf, maar zowel de verdachte als de officier van justitie gingen in hoger beroep.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 20 mei 2010 heeft het Hof de vordering van de procureur-generaal gehoord, die een zwaardere straf vroeg. Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige feiten die gevoelens van angst en onveiligheid hebben veroorzaakt. De verdachte heeft ook in het huis van bewaring een poging tot doodslag gepleegd door een medegedetineerde in een wurggreep te nemen. Het Hof heeft geoordeeld dat de eerdere straf niet in verhouding stond tot de ernst van de feiten en heeft de veroordeling van de eerste aanleg vernietigd.

Het Hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van voorarrest. De beslissing is genomen met inachtneming van de ernst van de feiten, de eerdere veroordelingen van de verdachte en de noodzaak om de samenleving te beschermen tegen dergelijk gedrag. Het Hof heeft ook het verweer van de raadsvrouw verworpen dat rekening gehouden moest worden met de afzondering van de verdachte in het huis van bewaring, aangezien er al disciplinaire maatregelen bestaan voor wangedrag binnen het gevangeniswezen. De uitspraak is gedaan door een collegiaal Hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op Curaçao.

Uitspraak

Datum uitspraak: 10 juni 2010
Zaaknummer: H-57/2010
Parketnummers: 400.00215/09 en 400.00264/09
Tegenspraak
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
VONNIS
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Bonaire, van 23 december 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [datum]1981 op Bonaire,
thans gedetineerd in het huis van bewaring op Bonaire,
wonende op Bonaire.
<u>Procesgang en onderzoek van de zaak </u>
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 9 december 2009, zoals daarvan blijkt uit het proces-verbaal van die terechtzitting, alsmede van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 20 mei 2010 op Bonaire.
De verdachte is verschenen. Het Hof heeft kennis genomen van de vordering van de (waarnemend) procureur-generaal, mr. A.C. van der Schans, en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw mr. A.F. van Toll naar voren is gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, aan de verdachte ter zake van feit 1 meest subsidiair en 2 (400.00215/09) en het bij dagvaarding met nummer 400.000264/09 subsidiair tenlastegelegde feit een gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van vier jaar met aftrek van voorarrest.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van feit 1 meest subsidiair en 2 (400.00215/09) en het bij dagvaarding met nummer 400.000264/09 subsidiair tenlastegelegde feit veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van voorarrest.
Zowel de verdachte als de officier van justitie hebben hoger beroep ingesteld.
<u>Tenlastelegging</u>
Aan de verdachte is ten laste gelegd:…
<u>Vonnis waarvan beroep</u>
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het Hof tot andere beslissingen komt.
<u>Vrijspraak </u>
Het Hof acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte op de dagvaarding met nummer 400.00215/09 onder feit 1 primair, subsidiair, meer subsidiair, nog meer subsidiair en op de dagvaarding met nummer 400.00264/09 primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
<u>Bewezenverklaring</u>
Het Hof acht bewezen hetgeen aan de verdachte op de dagvaarding met nummer 400.00215/09 onder feit 1 meest subsidiair en feit 2 en op de dagvaarding met nummer 400.00264/09 subsidiair is ten laste gelegd, met dien verstande:
<i>Parketnummer: 400.00215/09</i>
1. <b>meest subsidiair</b>
dat hij, in de nacht van 24 juli 2009 op 25 juli 2009, op het eiland Bonaire, tezamen en in vereniging met anderen, [J.W.] en [V.M.] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers hebben hij, verdachte en zijn mededaders, toen aldaar opzettelijk dreigend
-met een jachtgeweer (kaliber “20 Cauge”), geschoten door een glazen schuifpui van een woning gelegen aan de [adres] van die [V.M.], en
- <i>zijn verdachte en/of zijn mededaders</i> vervolgens die woning binnengegaan
- <i>hebben</i> vervolgens die [J.W.] en die [V.M.], die gezeten waren in een auto, in een auto en met een jachtgeweer/shotgun voorhanden, achtervolgd, en
- een jachtgeweer/ shotgun, uit het raam van een (rijdende) auto, op de auto, waarin die [J.W.] en [V.M.] gezeten waren, gericht;
2.
dat hij, in de nacht van 24 juli 2009 op 25 juli 2009, op het eiland Bonaire, tezamen en in vereniging met anderen, voorhanden heeft gehad een jachtgeweer (kaliber “20 Gauge”), en één voor genoemd wapen bestemde scherpe patroon
<i>Parketnummer: 400.00264/09</i>
<b>subsidiair</b>
dat hij, op 17 september 2009, op het eiland Bonaire, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om, opzettelijk [O.W.] van het leven te beroven, opzettelijk,
- met kracht die [O.W.] in een wurggreep bij de nek en/of hals heeft vastgepakt en vastgepakt gehouden en de hals en/of nek heeft dichtgedrukt en dichtgedrukt gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd (<i>cursief</i>). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
<u>Bewijsmiddelen</u>
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in geval van beroep in cassatie in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
<u>Strafbaarheid van het bewezenverklaarde</u>
Het bewezenverklaarde levert op:
<i>parketnummer 400.00215/09 </i>
1. meest subsidiair
medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht,
strafbaar gesteld bij artikel 298 in verbinding met artikel 49 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen.
2.
medeplegen van overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3 lid 1 van de Vuurwapenverordening 1930, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van die Landsverordening in verbinding met artikel 49 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen.
<i>parketnummer 400.00264/09 </i>
subsidiair
poging tot doodslag,
strafbaar gesteld bij artikel 300 in verbinding met artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen.
Het bewezenverklaarde is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.
<u>Strafbaarheid van de verdachte</u>
De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.
<u>Oplegging van straf</u>
Bij de bepaling van de straf heeft het Hof rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken. Meer in het bijzonder heeft het Hof daarbij het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte en zijn mededaders hebben zich schuldig gemaakt aan medeplegen van een ernstige bedreiging en vuurwapenbezit. Zij zijn in de nachtelijke uren op jacht gegaan naar personen met wie zij eerder die avond onenigheid hadden. Zij hebben vervolgens met een shotgun/jachtgeweer op de woning van een van die personen geschoten, waardoor grote schade aan en in die woning is ontstaan. De verdachte of één van zijn mededaders heeft de woning betreden. De persoon die in de woning aanwezig was is deze daarop ontvlucht. Nadat hij zich bij zijn vriend had gevoegd en zich daarmee in een auto bevond, hebben verdachte en zijn mededaders hen achtervolgd. Een van de medeverdachten hing daarbij uit het raam van die auto en heeft een jachtgeweer/shotgun op de andere auto gericht. Door hun agressieve en intimiderende optreden hebben de verdachte en zijn mededaders gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt bij de aangevers.
De verdachte heeft zich voorts in het huis van bewaring schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag. Hij heeft één van zijn medegedetineerden in een wurggreep genomen en gehouden. Slechts dankzij ingrijpen van anderen werd voorkomen dat het slachtoffer daadwerkelijk werd gedood. Hieruit en uit het feit dat de verdachte al eerder voor een poging tot doodslag is veroordeeld, blijkt dat de verdachte kennelijk geen respect heeft voor het leven van een ander.
Het Hof is van oordeel dat aan de ernst van de feiten, de omstandigheid dat de verdachte reeds eerder voor een soortgelijk feit strafrechtelijk is veroordeeld en het belang om de verdachte en anderen ervan te weerhouden feiten als de onderhavige te plegen, onvoldoende recht is gedaan door de strafoplegging in eerste aanleg. Op grond van het voorgaande acht het Hof na te melden straf passend en geboden.
De raadsvrouw heeft het verweer aangevoerd dat bij de op te leggen straf ten voordele van de verdachte rekening moet worden gehouden met het feit dat hij naar aanleiding van de poging tot doodslag 28 dagen in afzondering opgesloten heeft gezeten. Het Hof verwerpt dit verweer. Voor wangedrag binnen het huis van bewaring kent het gevangeniswezen een eigen regime van disciplinaire straffen waartegen rechtsmiddelen openstaan (beroep bij de Beklagcommissie). Het betreft geen normschending die tot strafvermindering aanleiding geeft.
<u>Toepasselijke wettelijke voorschriften</u>
De op te leggen straf is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 31, 59 en 96 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen.
BESLISSING
Het Hof:
vernietigt het vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Bonaire, van 23 december 2009 en doet opnieuw recht;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte op de dagvaarding met nummer 400.00215/09 onder feit 1 primair, subsidiair, meer subsidiair, nog meer subsidiair is ten laste gelegd en hetgeen op de dagvaarding met nummer 400.00264/09 primair ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart bewezen dat verdachte de op de dagvaarding met nummer 400.00215/09 onder feit 1 meest subsidiair en feit 2 en de op de dagvaarding met nummer 400.00264/09 subsidiair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen geacht, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte op de dagvaarding met nummer 400.00215/09 onder feit 1 meest subsidiair en feit 2 en op de dagvaarding met nummer 400.00264/09 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (VIER) jaren;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J.R. Sijmonsma, F.J.P. Lock en E.M. van der Bunt, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, en in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao uitgesproken op 10 juni 2010.