ECLI:NL:OGHNAA:2010:BN5896
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vergoeding van kosten van beroepsmatige rechtsbijstand door de minister van Vreemdelingenzaken
In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba werd behandeld, hebben appellanten, waaronder [appellant 1] en de naamloze vennootschap H.B. Rent-A-Car N.V., hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba. De uitspraak van het Gerecht, gedateerd 25 maart 2009, verklaarde het beroep van appellanten niet-ontvankelijk. Appellanten verzochten om vergoeding van kosten van beroepsmatige rechtsbijstand, maar het Gerecht oordeelde dat zij geen belang hadden bij hun beroep, omdat de minister op 15 februari 2009 had beschikt over het bezwaarschrift. Appellanten stelden echter dat deze beschikking niet op het gemaakte bezwaar betrekking had, maar op het verzoek om vergoeding van kosten.
Tijdens de zitting op 28 mei 2010 heeft het Hof de zaak behandeld, waarbij de minister werd vertegenwoordigd door mr. N.R. Sneek en J.M. Harewood. Het Hof oordeelde dat het Gerecht ten onrechte had aangenomen dat de beschikking van 15 februari 2009 een beslissing op het bezwaar was. Het Hof verklaarde het hoger beroep gegrond en vernietigde de uitspraak van het Gerecht. Het Hof besloot zelf in de zaak te voorzien en verklaarde het beroep van appellanten gegrond, waarbij het de minister van Vreemdelingenzaken veroordeelde tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van Afl. 1.400,00. Tevens werd bepaald dat het land Aruba het door appellanten betaalde griffierecht van Afl. 100,00 diende terug te geven.
De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 19 juli 2010. De griffier, mr. P.M. Isenia, bevestigde de uitspraak.