ECLI:NL:OGHNAA:2010:BN5942
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Hoger beroep
- H.L. Wattel
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking hoger beroep
In deze zaak heeft verzoekster hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, waarbij haar verzoek om verlening van een vergunning tot tijdelijk verblijf was afgewezen. De verzoekster stelde dat het Gerecht ten onrechte had geoordeeld dat zij geen bewijs van haar aankomstdatum op de Nederlandse Antillen had overgelegd. Tijdens het hoger beroep heeft verzoekster opnieuw een verzoek om een vergunning tot tijdelijk verblijf ingediend, dat op 3 februari 2010 werd goedgekeurd. Het Hof oordeelde dat, omdat de vergunning op andere gronden was verleend dan die in het hoger beroep aan de orde waren, er geen grond was voor een proceskostenvergoeding. Het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen, omdat niet aan de vereisten voor een proceskostenveroordeling was voldaan, zoals gesteld in de Landsverordening administratieve rechtspraak. De uitspraak werd gedaan door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba op 19 juli 2010.