ECLI:NL:OGHNAA:2010:BO4456

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba

Datum uitspraak
2 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KG 27/09 - H 133/09
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
  • M. Lewin
  • A. Wattel
  • R. Lock
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding inzake wijziging eis door Aquafund Holdings Group A.E.C. tegen Third Wave International N.V.

In deze zaak heeft Aquafund Holdings Group A.E.C. in hoger beroep haar eis gewijzigd tegen Third Wave International N.V. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba heeft op 2 februari 2010 uitspraak gedaan in deze kort geding procedure. Aquafund heeft in haar gewijzigde eis onder andere verzocht om verlenging van de 'afkoelingsperiode', maar het Hof oordeelt dat Aquafund geen belang meer heeft bij deze vordering. De afkoelingsperiode had betrekking op de executie van een hypotheekakte en de ontruiming van een pand, maar de geïntimeerde heeft aangegeven dat er geen vorderingen meer zijn. Hierdoor is de verlenging van de afkoelingsperiode zinloos geworden.

Daarnaast zijn de andere vorderingen van Aquafund, die zich richtten tegen de geïntimeerde, niet toewijsbaar omdat deze niet tegen de geïntimeerde zijn gericht. De vordering tot veroordeling van de geïntimeerde tot het geven van een gespecificeerde verantwoording van ontvangen gelden is ook afgewezen, omdat Aquafund geen belang heeft bij deze vordering. Het Hof heeft geconcludeerd dat de gewijzigde eis van Aquafund onvoldoende bepaald is en dat er geen aanleiding is om het bestreden vonnis te vernietigen.

Het Hof bevestigt het vonnis waarvan beroep en wijst de gewijzigde eis af. Aquafund wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn begroot op nihil aan verschotten en NAF. 4.250,00 aan gemachtigdensalaris. Deze uitspraak is gedaan door de rechters M. Lewin, A. Wattel en R. Lock, en is openbaar uitgesproken in de rechtszaal op Curaçao.

Uitspraak

Registratienummer: KG 27/09 - H 133/09
Uitspraak: 2 februari 2010
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Vonnis in kort geding
in de zaak van:
de naar Arubaans recht vrijgestelde vennootschap
AQUAFUND HOLDINGS GROUP A.E.C.,
gevestigd in Aruba,
en
de naamloze vennootschap
THIRD WAVE INTERNATIONAL N.V.,
gevestigd op Curaçao,
oorspronkelijk eisers, thans appellanten,
gemachtigde: dhr. D.E. Mourillon,
- tegen -
[geïntimeerde],
wonend in Canada,
oorspronkelijk gedaagde, thans geïntimeerde,
gemachtigden: mr. E. Bokkes en dhr. J. Esquilant.
Partijen worden hierna Aquafund (in enkelvoud) en [geïntimeerde] genoemd.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Op 27 januari 2009 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, (hierna te noemen “GEA”) tussen partijen in kort geding vonnis gewezen. Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en gevorderd, de procesgang aldaar en de overwegingen en beslissingen van het GEA wordt verwezen naar dat vonnis.
1.2 Aquafund is van het vonnis in hoger beroep gekomen door op 16 februari 2009 een akte van appel in te dienen. Bij afzonderlijke memorie van grieven heeft Aquafund twee grieven geformuleerd en toegelicht. Haar conclusie strekt ertoe dat het Hof, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis zal vernietigen en opnieuw rechtdoende:
a. de “afkoelingsperiode” zodanig zal verlengen dat partijen waaronder de heren [xxx en yyy] nu in samenhang met de heer [zzz] kunnen komen tot een alomvattende overeenkomst aangaande Third Wave International N.V., zoals bepaald bij proces-verbaal d.d. 18 februari 2009 in de bodemzaak AR 1176/2007, op grond waarvan de vordering van geïntimeerde ook zal worden meegenomen hetgeen zal inhouden dat de nodige regelingen zullen worden getroffen om de hierin bedoelde lening geheel af te lossen op basis van de regelingen zoals overeengekomen onder partijen;
b. de handelingen van [zzz], nu gesteld is dat deze aangemerkt dienen te worden als misbruik van bevoegdheid dit in samenhang met de heren [xxx en yyy], zal onderwerpen aan hetgeen is bepaald in artikel 492bis van het Strafwetboek op grond van het stellen van zijn persoonlijke belangen boven de bedrijfsbelangen waardoor sprake is van grove benadeling van de resterende aandeelhouders;
c. [zzz] zal veroordelen om een gespecificeerde verantwoording te geven van alle gelden die door hem ontvangen zijn ten gunste van geïntimeerde op grond waarvan de juiste stand van de schuld aan geïntimeerde kan worden vastgesteld om zodoende het nodige te kunnen ondernemen om de schuld althans een eventueel saldo indien aanwezig te kunnen aflossen na verrekening van de reeds betaalde gelden;
d. en verder zal doen al hetgeen wat het Hof van mening is dat rechtens behoort te geschieden;
e. de kosten van deze procedure zal compenseren aldus dat elke partij de eigen kosten draagt.
1.3 [geïntimeerde] heeft geen memorie van antwoord ingediend.
1.4 Op de nader voor pleidooi bepaalde datum hebben partijen pleitaantekeningen met producties overgelegd. Op de producties hebben partijen over en weer bij akte gereageerd.
1.5 Vonnis is bepaald op heden.
2. De beoordeling
2.1 Uit de memorie van grieven volgt dat Aquafund haar eis in hoger beroep heeft gewijzigd zoals onder 1.2 weergegeven.
2.2 Bij de vordering onder a mist Aquafund belang. De door het GEA gelaste afkoelingsperiode had betrekking op de executie door [geïntimeerde] van de hypotheekakte van 15 augustus 2006 en de daarmee samenhangende ontruiming van het pand [adres] te Curaçao. [geïntimeerde] heeft te kennen gegeven dat zij niets meer van Aquafund te vorderen heeft en dat het hypotheekrecht op voornoemd pand kan worden doorgehaald. Verlenging van de afkoelingsperiode is daarmee zinledig geworden.
2.3 De vorderingen onder b en c richten zich niet tegen geïntimeerde en kunnen reeds om die reden niet worden toegewezen. De vordering onder b is voorts niet voor toewijzing vatbaar nu het in de Nederlandse Antillen vigerende Wetboek van Strafrecht geen art. 492bis kent en onduidelijk is wat Aquafund met deze vordering beoogt. Indien Aquafund meent dat de heer [zzz] een strafbaar feit heeft gepleegd, kan zij aangifte doen bij justitie. Bij de vordering onder c heeft Aquafund bovendien geen belang; [geïntimeerde] heeft immers te kennen heeft gegeven dat er geen schuld van Aquafund aan [geïntimeerde] meer bestaat.
2.4 De vordering onder d is onvoldoende bepaald.
2.5 De gewijzigde eis dient dus te worden afgewezen. Voor vernietiging van het bestreden vonnis bestaat geen aanleiding. Ook daarbij mist Aquafund belang; een eventuele proceskostenveroordeling wordt door het Hof als onvoldoende belang aangemerkt.
2.6 Aquafund zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.
BESLISSING
Het Hof:
bevestigt het vonnis waarvan beroep;
wijst de gewijzigde eis af;
veroordeelt Aquafund in de proceskosten in hoger beroep aan de zijde van [geïntimeerde] gevallen en tot op heden begroot op nihil aan verschotten en NAF. 4.250,00 aan gemachtigdensalaris.
Dit vonnis is gewezen door mrs. Lewin, Wattel en Lock, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba en ter openbare terechtzitting van het Hof op Curaçao in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken op 2 februari 2010.