Uitspraak
Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 (RAr 1951)
RAAD VAN BEROEP
[appellante],
de Regering van Curaçao,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak, met verbetering van de gronden waarop die rust.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Regering van Curaçao tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken (GAz) van 13 november 2018, waarbij het bezwaar van appellante tegen haar ongeschiktheidsontslag ongegrond werd verklaard. Appellante, die sinds 1 maart 2014 als Hoofd van de uitvoeringsorganisatie Communicatie en Voorlichting (C&V) werkzaam was, ontving op 27 februari 2018 een ontslagbesluit op grond van artikel 103, eerste lid, aanhef en onder f, van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht (LMA). Dit besluit werd genomen na een periode van toegangsontzegging en een voornemen tot ontslag, waarbij appellante haar ongeschiktheid voor de functie betwistte.
De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de gedingstukken voldoende bewijs leveren voor de ongeschiktheid van appellante, met name door haar gebrek aan inzicht in hiërarchische verhoudingen en haar onvermogen om een verbindende rol te spelen binnen de organisatie. De Raad bevestigt dat het ontslagbesluit in stand kan blijven, omdat appellante herhaaldelijk op haar gedrag is aangesproken zonder verbetering. De Raad concludeert dat er geen grond is om de aangevallen uitspraak te vernietigen, hoewel de gronden voor de uitspraak verbeterd worden. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.