ECLI:NL:ORBAACM:2020:14
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- J. Sybesma
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen disciplinaire straf van ontslag in ambtenarenzaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een disciplinaire straf van ontslag opgelegd aan appellant, die werkzaam was bij een overheidsdienst. De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken heeft op 10 februari 2020 uitspraak gedaan. Appellant was eerder geschorst op basis van artikel 87, onderdeel c, van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma) vanwege ernstige vertrouwensbreuk met zijn leidinggevenden. De aanleiding voor de schorsing was een incident op 4 september 2015, waarbij appellant zich ongepast gedroeg tegenover zijn leidinggevenden en negatieve uitlatingen deed op sociale media. Geïntimeerde, de instantie die het ontslag heeft opgelegd, oordeelde dat het gedrag van appellant het imago van de dienst ernstig had beschadigd en dat er sprake was van ernstig plichtsverzuim. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen het ontslagbesluit, maar het Gerecht in Ambtenarenzaken verklaarde zijn bezwaren ongegrond. In hoger beroep heeft de Raad de zaak behandeld en geconcludeerd dat de opgelegde disciplinaire straf van ontslag niet onevenredig was, gezien de ernst van het plichtsverzuim. De Raad bevestigde de uitspraak van het Gerecht en oordeelde dat de schorsing en het ontslag gerechtvaardigd waren, gezien de omstandigheden van de zaak. Appellant had geen zelfstandige gronden aangevoerd tegen de schorsing, en de Raad vond dat het Gerecht terecht had geoordeeld dat het gedrag van appellant niet aanvaardbaar was binnen de ambtelijke verhoudingen.