ECLI:NL:ORBAACM:2020:15
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- J. Sybesma
- A.H.M van de Leur
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen disciplinaire straf van ontslag van ambtenaar wegens ernstig plichtsverzuim
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een ambtenaar tegen een disciplinaire straf van ontslag, opgelegd door de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken. De appellant, vertegenwoordigd door mr. H.S. Croes, had eerder bezwaar gemaakt tegen een schorsingsbesluit en een ontslagbesluit van de geïntimeerde, die werd vertegenwoordigd door mw. mr. G. M. Sjiem Fat. De Raad heeft de zaak behandeld op 22 januari 2020, waarbij de appellant en zijn gemachtigde aanwezig waren, terwijl de geïntimeerde zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De appellant was werkzaam bij de [Dienst 1] en had op 31 augustus 2015 de dienst verlaten om deel te nemen aan een ontbijt voor medewerkers. Op 4 september 2015 weigerde hij een brief van zijn leidinggevenden te ondertekenen en deed hij negatieve uitlatingen over hen. Dit leidde tot een schorsingsbesluit en uiteindelijk tot een ontslagbesluit, waarbij de geïntimeerde oordeelde dat er sprake was van ernstig plichtsverzuim. De Raad van Beroep oordeelde dat de gedragingen van de appellant, waaronder het maken van heimelijke geluidsopnames en het uiten van beledigende opmerkingen, een ernstige vertrouwensbreuk veroorzaakten.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken, dat de bezwaren van de appellant ongegrond had verklaard. De Raad oordeelde dat de opgelegde disciplinaire straf van ontslag niet onevenredig was en dat de schorsing gerechtvaardigd was in het belang van de dienst. De Raad concludeerde dat de appellant niet kon volhouden dat hij plichtsgetrouw had gehandeld en dat herstel van het vertrouwen niet meer mogelijk was.