ECLI:NL:ORBAACM:2020:17
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- J. Sybesma
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van disciplinaire straf van ontslag na mishandeling van een geboeide gedetineerde door een ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken, waarbij de disciplinaire straf van ontslag aan de appellant is opgelegd. De appellant, werkzaam als [beroep appellant] bij [naam instelling], heeft op 13 juni 2014 een geboeide gedetineerde mishandeld, wat door de werkgever als ernstig plichtsverzuim is aangemerkt. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld op 21 januari 2020, waarbij zowel de appellant als de gemachtigde van de geïntimeerde aanwezig waren.
De Raad overweegt dat de appellant niet ontkent de verweten gedraging te hebben begaan en dat hij eerder door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie is veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren voor zijn aandeel in de mishandeling. De Raad bevestigt dat de omstandigheden waaronder de mishandeling plaatsvond, niet rechtvaardigen dat de appellant niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn daden. De appellant heeft aangevoerd dat de arbeidsomstandigheden onveilig waren en dat hij als 'first offender' een kans op herstel verdient, maar de Raad oordeelt dat deze argumenten niet opwegen tegen de ernst van het plichtsverzuim.
De Raad verwerpt ook het beroep van de appellant op het gelijkheidsbeginsel, aangezien de disciplinaire maatregelen tegen andere collega’s niet in strijd zijn met de genomen beslissing. De Raad concludeert dat de opgelegde disciplinaire straf van ontslag gerechtvaardigd is en bevestigt de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken.