ECLI:NL:ORBAACM:2021:16
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- J. Sybesma
- L.C. Hoefdraad
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van ambtenaarschap en arbeidsovereenkomst in hoger beroep
In deze zaak heeft de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door drs. F. Figarao, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, waarin het Gerecht zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van het bezwaar van de appellant tegen de afwijzing van zijn verzoek om terugplaatsing als ambtenaar. De Minister van Justitie had de appellant per brief van 27 december 2017 meegedeeld dat zijn uitdiensttreding was vastgesteld op 31 oktober 2017, wat de appellant als een afwijzing van zijn verzoek beschouwde.
De Raad heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een ambtenaarschap van de appellant, omdat er geen aanstellingsbesluit was afgegeven. De appellant had in de periode van 1 juni 2010 tot 1 november 2013 gewerkt onder een arbeidsovereenkomst, en na deze periode was hij aangemerkt als arbeidscontractant. De Raad concludeerde dat de appellant, door het ondertekenen van twee arbeidsovereenkomsten, had ingestemd met de burgerlijkrechtelijke basis van zijn dienstverband, wat betekende dat er geen ambtelijke aanstelling meer bestond. De Raad bevestigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde zich onbevoegd om het bezwaar van de appellant te behandelen.
De Raad benadrukte dat de formele regels voor het tot stand brengen van aanstellingsbesluiten strikt moeten worden nageleefd en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een ambtenaarschap konden rechtvaardigen. De uitspraak bevestigde de noodzaak van duidelijke aanwijzingen voor een ambtelijke aanstelling, die in dit geval ontbraken.