ECLI:NL:ORBAACM:2021:54
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- J. Sybesma
- L.C. Hoefdraad
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen disciplinaire straf van inhouding van bezoldiging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, waarin het bezwaar van appellant tegen een disciplinaire straf van inhouding van zijn bezoldiging niet-ontvankelijk werd verklaard. De disciplinaire straf was opgelegd door de Gouverneur van Aruba op basis van een landsbesluit van 30 mei 2016, waarbij appellant een inhouding van Afl. 1.500,00 werd opgelegd. Appellant had op 2 juni 2016, de eerste dag van zijn vakantie, een stuk ontvangen dat hij moest ondertekenen, maar hij weigerde dit te doen en gaf aan dat hij dit pas na zijn vakantie zou doen. Na zijn terugkeer op 8 juli 2016 diende hij op 3 augustus 2016 een bezwaarschrift in tegen het landsbesluit. Het Gerecht oordeelde dat appellant op 2 juni 2016 redelijkerwijs kennis had kunnen nemen van het landsbesluit, ondanks zijn weigering om te tekenen voor ontvangst. Appellant was het niet eens met deze uitspraak en ging in hoger beroep.
Tijdens de zitting op 24 augustus 2021 werd de zaak behandeld. De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken oordeelde dat appellant, gezien zijn functie als hoofd Interne Controle, de verantwoordelijkheid had om correct om te gaan met het aangeboden stuk. De Raad bevestigde de uitspraak van het Gerecht en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling tot vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 8 september 2021.