ECLI:NL:ORBAACM:2021:55
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- J. Sybesma
- L.C. Hoefdraad
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake waarnemingstoelage en toekenning van bedragen aan ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een ambtenaar tegen een uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba. De ambtenaar, appellante, had verzocht om een waarnemingstoelage voor de periode waarin zij de functie van manager bij de Dienst Openbare Werken (DOW) waarnam. De aanvraag voor de waarnemingstoelage was gedaan per e-mail, wat in eerdere jaren was aanvaard. De Minister van Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Integratie, geïntimeerde, had echter de aanvraag voor een waarnemingstoelage voor bepaalde periodes afgewezen, wat leidde tot bezwaar van appellante. Het Gerecht verklaarde het bezwaar ongegrond, waarop appellante hoger beroep instelde.
De Raad van Beroep in Ambtenarenzaken heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht. Het bleek dat appellante in de jaren 2011 en 2012 de functie van manager had waargenomen, maar dat haar aanvraag voor de waarnemingstoelage voor het jaar 2013 niet was ingewilligd omdat niet was aangetoond dat zij in dat jaar de functie had waargenomen. De Raad oordeelde dat de ingangsdatum van de waarnemingstoelage door de Minister correct was vastgesteld op basis van het beleid dat een waarnemingstoelage slechts met een terugwerkende kracht van drie jaren kan worden toegekend.
De Raad concludeerde dat appellante recht had op een waarnemingstoelage voor de periode van 1 maart 2011 tot 1 april 2011, en stelde het bedrag vast op Afl. 297,39. De beslissing van het Gerecht werd gedeeltelijk vernietigd, maar voor het overige werd de uitspraak bevestigd. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, aangezien er geen kosten waren gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen.