Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
20 juli 2020, GAZA AUA201904103 (aangevallen uitspraak), in het geding tussen:
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een ambtenaar tegen de afwijzing van zijn verzoek om bevordering door de Gouverneur van Aruba. Het bevorderingsverzoek, ingediend op 27 november 2018, werd afgewezen op basis van een eerdere beslissing van 28 september 2016, waarbij de ambtenaar niet bevorderd werd vanwege veelvuldige afwezigheid en disciplinaire straffen. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de Gouverneur een overwegend aandeel heeft gehad in de inactiviteit van de appellant, waardoor het onredelijk is om de gevolgen daarvan voor rekening van de appellant te laten komen. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken en verklaart het bezwaar van de appellant gegrond. De Gouverneur wordt opgedragen om binnen twee maanden een nieuw besluit te nemen op het bevorderingsverzoek, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt de Gouverneur veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de appellant.