Uitspraak
RAAD VAN BEROEP
[Appellante]
de minister van Financiën,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
bevestigtde aangevallen uitspraak.
mr. P. Klik, leden, uitgesproken in het openbaar op 29 juni 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
Raad van Beroep in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft appellante, een ambtenaar, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao, waarin haar bezwaar tegen de weigering om te beslissen op haar herzieningsverzoek niet-ontvankelijk werd verklaard. Appellante had op 27 juni 2018 een verzoek ingediend om in aanmerking te komen voor een pensioenuitkering over de periode van 20 mei 1975 tot 1 december 1994. Na een afwijzing van dit verzoek heeft zij op 3 augustus 2018 een herzieningsverzoek ingediend. Op 2 maart 2020 heeft appellante bezwaar gemaakt tegen de weigering van de minister om op dit herzieningsverzoek te beslissen.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk is, omdat het meer dan 16 maanden na de indiening van het herzieningsverzoek was ingediend. Appellante stelde dat de minister op 3 februari 2020 had toegezegd dat er snel een beslissing zou volgen, maar het Gerecht vond deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar. In hoger beroep heeft appellante geen nieuwe gronden aangevoerd die het Gerecht tot een ander oordeel hadden moeten brengen.
De Raad van Beroep heeft de overwegingen van het Gerecht onderschreven en bevestigd dat de minister gehouden blijft om een beslissing te nemen op het herzieningsverzoek van appellante, dat bijna vier jaar geleden was ingediend. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen proceskostenveroordeling opgelegd.