ECLI:NL:ORBBACM:2014:10
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van door belanghebbende betaalde schulden van de vennootschap onder firma van zijn echtgenote
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 14 mei 2014 uitspraak gedaan over de aftrekbaarheid van door belanghebbende betaalde schulden van de vennootschap onder firma (vof) waarin zijn echtgenote vennoot was. De belanghebbende, wonende te Curaçao, had in 2010 aanslagen inkomstenbelasting opgelegd gekregen voor de jaren 2005 en 2007. Na bezwaar en beroep tegen de uitspraken van de Inspecteur, die de aanslag over 2005 handhaafde en de aanslag over 2007 verminderde, kwam de zaak voor de Raad. De belanghebbende stelde dat hij recht had op aftrek van de schulden die hij in 2000 had voldaan, die voortvloeiden uit verliezen van de vof waarin zijn echtgenote vennoot was. De Raad oordeelde dat de belanghebbende geen recht had op aftrek van deze schulden, omdat hij zelf geen vennoot was in de vof en de betalingen niet samenhingen met enig ondernemerschap van hem. De Raad concludeerde dat de aftrekbaarheid van het verlies van de echtgenote niet meer mogelijk was na de wijziging van de Landsverordening Inkomstenbelasting in 1998, waardoor het verlies van de ene echtgenoot niet meer als inkomen van de andere echtgenoot kon worden aangemerkt. De Raad verklaarde het beroep ongegrond en handhaafde de aanslagen.