ECLI:NL:ORBBACM:2014:20
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.T. Boerlage
- G.J. van Muijen
- E.F. Faase
- Rechtspraak.nl
Verzuimboete berekening over verschuldigde belasting voor verrekening van voorheffingen en voorlopige aanslagen
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, staat de berekening van verzuimboetes centraal. De belanghebbende, vertegenwoordigd door gemachtigde M, heeft bezwaar gemaakt tegen de verzuimboetes die zijn opgelegd in verband met de niet-tijdige indiening van de aangiften inkomstenbelasting voor de jaren 2006 en 2008. De Inspecteur der Belastingen heeft de verzuimboetes berekend over de verschuldigde belasting zonder rekening te houden met voorheffingen en voorlopige aanslagen, wat door de belanghebbende wordt betwist.
De Raad heeft vastgesteld dat de definitieve aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2006 en 2008 zijn opgelegd, waarbij de Inspecteur verzuimboetes heeft opgelegd wegens het niet tijdig indienen van de aangiften. De belanghebbende heeft aangevoerd dat de boete moet worden berekend over het bedrag van de aanslag na verrekening van de ingehouden en afgedragen loonbelasting, terwijl de Inspecteur van mening is dat de boete moet worden berekend over de belasting vóór deze verrekeningen.
De Raad heeft de relevante wetgeving, waaronder artikel 54 van de Algemene landsverordening belastingen (ALB) en het Boetebeleid Belastingdienst Aruba 2004, in overweging genomen. De Raad concludeert dat de wetgever heeft bedoeld dat de verzuimboete wordt berekend over de verschuldigde belasting, zoals gedefinieerd in de ALB, en niet over het bedrag na verrekening van voorheffingen. De Raad oordeelt dat de Inspecteur de verzuimboetes terecht heeft berekend en verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond.
De uitspraak is gedaan in raadkamer op 1 september 2014, waarbij de voorzitter en de leden van de Raad de beslissing hebben genomen. De uitspraak is ondertekend door de huidige voorzitter van de Raad van Beroep in Belastingzaken, mr. S. Verheijen, aangezien de oorspronkelijke voorzitter en leden niet in staat waren om te ondertekenen.