ECLI:NL:ORBBACM:2015:43
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- S. Verheijen
- G.J. van Muijen
- E.F. Faase
- Rechtspraak.nl
Pensioenopbouw en salarisverlaging in het belastingrecht
In deze zaak gaat het om een geschil tussen X N.V. en de Inspecteur der Belastingen op Curaçao over de pensioenopbouw van C, die als bestuurder van belanghebbende werkzaam is. C had in 2000 een pensioengevend salaris van Naf. 450.000,-, maar na zijn emigratie naar Nederland werd zijn salaris verlaagd naar Naf. 72.000,-. Belanghebbende stelt dat op basis van artikel 3, lid 4 van de Ministeriële Beschikking Pensioenen (MBP) de pensioenopbouw van C voortgezet mag worden op basis van het oorspronkelijke salaris van Naf. 450.000,-. De Inspecteur is van mening dat deze regeling niet van toepassing is en dat de pensioenopbouw gebaseerd dient te zijn op het verlaagde salaris.
De Raad van Beroep voor Belastingzaken oordeelt dat de door belanghebbende voorgestane regeling niet van toepassing is. De Raad concludeert dat er geen sprake is van een deeltijdfunctie of een terugtreden naar een lager gekwalificeerde functie, zoals bedoeld in de MBP. De Raad stelt vast dat C, ondanks de salarisverlaging, zijn functie als bestuurder heeft behouden en dat er geen demotie heeft plaatsgevonden. Hierdoor is de pensioenopbouw niet te continueren op basis van het oorspronkelijke salaris.
De Raad verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de Inspecteur om de pensioenvoorziening van belanghebbende te verlagen met een bedrag van Naf. 1.054.428,-. De uitspraak is gedaan in raadkamer op 17 maart 2015 en openbaar uitgesproken op 1 juni 2015.