ECLI:NL:ORBBACM:2015:60

Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
9 maart 2015
Publicatiedatum
14 oktober 2019
Zaaknummer
2011/52739 en 52743
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid en aftrekbaarheid van alimentatie en huurinkomsten in belastingzaken

In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 9 maart 2015 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van bezwaar tegen aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2007 en 2008. Belanghebbende had bezwaar aangetekend tegen de aanslagen, maar het bezwaar tegen de aanslag voor 2008 werd als niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. De Raad oordeelde dat er geen redenen waren aangevoerd die de termijnoverschrijding konden rechtvaardigen.

Daarnaast was er een geschil over de hoogte van de huurinkomsten die belanghebbende zou hebben ontvangen en de aftrekbaarheid van een alimentatie-uitkering aan zijn ex-echtgenote. De Inspecteur had de aangifte inkomstenbelasting 2007 gecorrigeerd op basis van hogere huurinkomsten dan door belanghebbende aangegeven. Belanghebbende betwistte deze huurinkomsten en stelde dat het om commissie-inkomsten ging die zijn moeder ontving. De Raad achtte dit geloofwaardig en besloot dat de correctie van de huurinkomsten moest vervallen.

Wat betreft de alimentatie-uitkering oordeelde de Raad dat deze niet aftrekbaar was, omdat het ging om een 'prestation compensatoire', die niet als periodieke uitkering kan worden aangemerkt. De Raad verklaarde het beroep tegen de uitspraak op het bezwaarschrift tegen de aanslag inkomstenbelasting 2008 gegrond, vernietigde de beschikking en verklaarde het bezwaar niet ontvankelijk. Het beroep tegen de uitspraak op het bezwaarschrift tegen de aanslag inkomstenbelasting 2007 werd eveneens gegrond verklaard, en de aanslag werd verminderd tot het aangegeven belastbare inkomen zonder de correctie voor de huurinkomsten.

Uitspraak

Beschikking d.d. 9 maart 2015, nrs. 2011/52739 en 52743.
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Sint Maarten
inzake: [belanghebbende],
gemachtigde [A],
tegen
[de Inspecteur].

1.1. Het procesverloop

1.1
Aan belanghebbende zijn aanslagen inkomstenbelasting opgelegd voor de jaren 2007 en 2008, gedagtekend respectievelijk 7 mei 2010 en 30 juni 2010.
1.2
Belanghebbende is op respectievelijk 31 mei 2010 en 16 februari 2011 in bezwaar gekomen tegen voormelde aanslagen. Bij uitspraken van 30 november 2011 heeft de Inspecteur de aanslagen gehandhaafd.
1.3
Belanghebbende is op 28 november 2011 tijdig in beroep gekomen tegen deze uitspraken op bezwaar.
1.4
De Inspecteur heeft vertoogschriften ingediend.
1.5
Ter zitting van 27 november 2014 te Philipsburg zijn verschenen [B] namens gemachtigde en [C] namens de Inspecteur.
1.6
De gemachtigde heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en overgelegd, welke tot de gedingstukken wordt gerekend.

2.Geschil

Tussen partijen is in geschil het antwoord op de volgende vragen:
  • of het bezwaar tegen de voor het jaar 2008 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting ontvankelijk is,
  • of belanghebbende per jaar NAf 256.320 aan huur ontving voor het [benzinestation],
  • of belanghebbende in 2007 aan zijn ex echtgenote een alimentatie-uitkering heeft betaald van € 400.000, welke in dat jaar aftrekbaar is.
Belanghebbende beantwoordt de eerste en de derde vraag bevestigend en de tweede ontkennend, terwijl de Inspecteur die vragen in aan belanghebbende tegengestelde zin beantwoordt.

3.De standpunten van partijen

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, alsmede op hetgeen zij ter zitting hebben bijgebracht

4.Beoordeling van het geschil

4.1
Belanghebbende heeft in zijn beroepschrift noch in zijn pleitnotitie, die blijkens de aanhef betrekking heeft op de aanslag inkomstenbelasting 2007, redenen aangevoerd waarom hij eerst op 16 februari 2011 in bezwaar kwam tegen de aanslag inkomstenbelasting 2008 die werd opgelegd met dagtekening 30 juni 2010. Het bezwaarschrift is derhalve te laat ingediend en redenen die kunnen leiden tot het oordeel dat deze termijnoverschrijding verschoonbaar is, zijn gesteld noch gebleken. Het tegen de aanslag inkomstenbelasting 2008 gemaakte bezwaar is niet-ontvankelijk.
4.2
De Inspecteur heeft de aangifte inkomstenbelasting 2007 gecorrigeerd wegens hogere ontvangen huurinkomsten dan door belanghebbende werden aangegeven. De bijtelling van NAf 166.608 berust op een renseignement van de BAB met dagtekening 20 mei 2005, waarin voor verhuurder Louis Constant Fleming een huurbedrag per jaar van Naf 259.200, met de hand gecorrigeerd tot 256.320, staat vermeld met als omschrijving [naam N.V.] (naam GASSTATION). Belanghebbende stelt hiertegenover dat hij geen inkomsten uit de verhuur van een benzinestation heeft ontvangen. Hij stelt dat een en ander waarschijnlijk berust op een misverstand waarbij commissie inkomsten die zijn moeder, ontving van [benzinestation], vanwege een agentuur die zij voor deze vennootschap uitoefende op het Franse gedeelte van Sint Maarten in het kader van een eenmanszaak onder de naam [eenmanszaak moeder](de naam van haar overleden man), zijn aangemerkt als huurinkomsten van belanghebbende. De Raad acht het door belanghebbende gestelde geloofwaardig, mede in het licht van de door hem overgelegde schriftelijke agentuurovereenkomst tussen [benzinestation] en [moeder belanghebbende], handelende onder de naam [eenmanszaak moeder]. De correctie dient derhalve te vervallen. Wat de Inspecteur overigens heeft aangevoerd over onverklaarbare wisselingen in de huurinkomsten van belanghebbende in het verleden, met name het onverklaarbare wegvallen van
huurinkomsten van [ N.V.], is onvoldoende gesubstantieerd om aan voormeld oordeel af te doen.
4.3
Belanghebbende stelt in 2007 aftrekbare alimentatie te hebben betaald aan zijn ex echtgenote tot een bedrag van € 400.000, zulks krachtens een vonnis van de rechtbank van Basse-Terre van 18 mei 2006. Belanghebbende werd bij dat vonnis op grond van de artikelen 270 en 271 van de Code Civil veroordeeld tot het betalen van € 400.000 aan zijn ex echtgenote. Van aftrek van het bedrag van € 400.000 kan geen sprake zijn. De regeling van de artikelen 270 en 271 van de Code Civil, kan leiden tot het toekennen door de rechter van een `prestation compensatoire' aan een gewezen echtgeno(o)t(e), zijnde als hoofdregel een bedrag ineens, zoals in het onderhavige geval.
De regeling van artikel 16, lid 1, aanhef en onder a, ten tweede, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 leidt er toe dat als persoonlijke lasten aftrekbaar zijn periodieke (alimentatie)uitkeringen in de zin van artikel 7 aan de gewezen echtgenote.
Zoals hiervoor is overwogen is de onderhavige `prestation compensatoire' geen periodieke uitkering, zodat voor aftrek daarvan geen plaats is.
4.4
Uit het voorgaande volgt dat het beroep tegen de uitspraak op het bezwaarschrift tegen de aanslag inkomstenbelasting 2008 gegrond dient te worden verklaard. De uitspraak moet worden vernietigd en belanghebbende alsnog niet ontvankelijk worden verklaard in zijn bezwaar.
Het beroep tegen de uitspraak op het bezwaarschrift tegen de aanslag inkomstenbelasting 2007 dient eveneens gegrond te worden verklaard. De uitspraak moet worden vernietigd en de aanslag worden verminderd tot een naar een belastbaar inkomen zoals aangegeven, dus zonder de correctie wegens additionele huurinkomsten van NAf 166.608. Opmerking verdient dat in dat aangegeven inkomen geen aftrek van € 400.000 was verwerkt wegens de betaalde `prestation compensatoire'.

5.Beslissing

De Raad verklaart het beroep betreffende:
  • de inkomstenbelasting 2008 gegrond, vernietigt de beschikking waarvan beroep en verklaart het bezwaar niet ontvankelijk ,
  • de inkomstenbelasting 2007 gegrond, vernietigt de beschikking waarvan beroep en vermindert het belastbare inkomen met NAf 166.608.
Aldus gedaan in raadkamer door mrs. S. Verheijen, voorzitter, T. Groeneveld en A. Beukers-van Dooren, leden, in tegenwoordigheid van de secretaris mr. N. Martines en uitgesproken in het openbaar 9 maart 2015.