Beschikking van 27 april 1994, nr. 1992-002
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Curacao,
de Inspecteur der Belastingen
1.1. Voor het procesverloop tot dusverre verwijst de Raad naar zijn tussenbeschikking van 16 februari 1993. De Raad heeft NV X in de gelegenheid gesteld inlichtingen te verschaffen en desgewenst stukken in het geding te brengen.
1.2. NV X heeft op 28 oktober 1993 bij akte inlichtingen verschaft en enige stukken in het geding gebracht.
1.3. De tweede mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad in raadkamer ter zitting van de Raad op 24 november 1993. Aldaar zijn verschenen de gemachtigde van NV X, alsmede de Inspecteur.
1.4. Partijen hebben ter zitting ieder een pleitnota voorgedragen en overgelegd, waarvan de inhoud als hier ingelast moet worden aangemerkt.
In de vermelde tussen beschikking van 16 februari 1993, overwoog de Raad het volgende: "5.3. Uit het onder 5.1 is overwogen volgt dat een eventueel over 1984 door NV X geleden verlies in de eerste plaats dient te worden gecompenseerd met een eventueel positief resultaat in 1986 of 1987. Uit de stukken blijkt niet of de over die jaren opgelegde aanslagen al herroepelijk vaststaan; evenmin blijkt daaruit of daarbij rekening is gehouden met het -naar NV X stelt- over 1984 geleden verlies. De Raad zal NV X de gelegenheid geven, daarover informatie te verstrekken. Indien deze aanslagen ook thans nog niet onherroepelijk vaststaan, dient zij tevens mede te delen waarom dat het geval is. NV X dient ook mee te delen of en in hoeverre ook de door haar over 1985 tot en met 1988 aangegeven verliezen in 1989 nog voor compensatie in aanmerking komen. Aangezien NV X aanspraak maakt op compensatie van de door haar in 1989 behaalde winst met door haar in eerdere jaren geleden verliezen, ligt het op haar weg deze -bij voorbeeld door overlegging van jaarstukken over die jaren- aannemelijk te maken."
3. Standpunt van de Inspecteur
3.1. De Inspecteur stelt dat de aanslagen reeds op 20 december 1990 waren geregeld, maar om hem onbekende redenen pas in januari 1992 administratief zijn verwerkt. Met NV X is de Inspecteur van mening, dat de aanslag over 1985 dient te worden vernietigd, aangezien deze meer dan vijf jaren na de indiening van de aangifte is opgelegd.
3.2. De aanslagen over 1986 en 1987 zijn naar zijn mening evenwel tijdig opgelegd en staan onherroepelijk vast, nu NV X daar geen bezwaarschrift heeft ingediend. Bij het opleggen van deze aanslagen heeft hij het standpunt ingenomen, dat de aangegeven verliezen uit 1984 en 1985 (evenals die uit 1986 en 1987) niet konden worden geaccepteerd.
3.3. Naar zijn mening kan slechts het verlies over 1988 alsnog voor verrekening in 1989 in aanmerking worden genomen.
3.4. Voor het jaar 1986 is door de Inspecteur een correctie toegepast van 35.998,= wegens afgetrokken onderhoudskosten, welke naar het oordeel van de Inspecteur dienden te worden geactiveerd. Volgens de Inspecteur is dit punt in het verleden reeds ter discussie geweest, maar het heeft de Inspecteur van de zijde van NV X nimmer een reactie ontvangen. De aanslag 1986 staat overigens onherroepelijk vast, zodat de hef¬fing over dat jaar geen onderwerp van discussie meer kan zijn.
4.1. Bij akte, ingekomen op 28 oktober 1993, heeft NV X het volgende te kennen gegeven:
a. Over 1985 is geen aanslag opgelegd en kan ook niet meer worden opgelegd, aangezien meer dan vijf jaren zijn verstreken nadat aangifte werd gedaan.
b. Over de jaren in 1986 en 1987 heeft de Inspecteur op 13 maart 1992 aanslagen opgelegd. Niet duidelijk is waarom de Inspecteur dit heeft gedaan tijdens de procedure over zijn beschikking van 28 november 1991 inzake het jaar 1989 waarbij hij de verliescompensatie over 1984 tot en met 1987 weigert.
c. In het kader van het beroepsschrift, verweerschrift en de besprekingen over de jaren 1988 en 1989 (betreffende de vermelde weigering) heeft NV X eveneens haar bezwaren met betrekking tot de jaren 1986 en 1987 kenbaar gemaakt.
d. Het ligt derhalve op de weg van de Inspecteur aan te tonen dat de aanslagen 1986 en 1987 onherroepelijk vaststaan, c.q. aan te geven of hij het voornemen heeft tot vermindering van die aanslagen over te gaan in verband met de aangegeven verliezen over 1984 en 1985.
e. De Inspecteur heeft niet met feiten of omstandigheden kunnen bewijzen waarom de over 1984 tot en met 1988 aangegeven verliezen niet acceptabel zijn en waarom de in die jaren gevoerde administratie niet controleerbaar was. Een enkele verwijzing naar een zeer summier onderzoek van het Belastingaccountantsbureau is onvoldoende.
f. Over de jaren 1984 en 1988 werd in het geheel geen onderzoek ingesteld, zodat in ieder geval het over die jaren aangegeven verlies voor verrekening met de winst over het jaar 1989 in aanmerking komt.
4.2. Bij deze akte heeft NV X overgelegd een kopie van een bladzijde uit haar aangifte 1984, die vermelde een verlies van 46.785,84, alsmede een balans en verlies- en winstrekening over 1985, die vermeldden een fiscaal verlies van 31.196,07.
4.3. In zijn pleitnota heeft de gemachtigde van NV X nog nader toegelicht, waarom naar zijn mening de verwerping door de Inspecteur van de boekhouding over de jaren 1984 en 1989 op grond van een boekenonderzoek over de jaren 1985 tot en met 1987 ontoelaatbaar is en waarom de weigering van de Inspecteur om de verliezen over 1984 en 1985 te verrekenen in 1989 onvoldoende gegrond is.
4.4. De gemachtigde acht het in strijd met een goede proces orde en met het fair-play beginsel, dat de Inspecteur aanslagen over 1986 en 1987 oplegt, terwijl de in die jaren aangegeven verliezen onderwerp van geschil waren in een procedure over 1989. Bezwaren tegen de weigering van de Inspecteur om de verliezen te accepteren konden door middel van beroep bij de Raad voor het eerst worden ingebracht reeds vóór een eventuele bezwaar procedure.
4.5. Met betrekking tot de correctie voor het jaar 1986 van een bedrag aan onderhoudskosten van 35.998,= stelt de gemachtigde, dat als deze correctie juist is in dier voege dat die kosten hadden moeten worden geactiveerd, eveneens rekening dient te worden gehouden met de afschrijving over die kosten.
5. Beoordeling van het geschil
5.1. Nog daargelaten dat de door NV X overgelegde stukken volstrekt ontoereikend zijn voor het aannemelijk maken van de verliezen over de jaren 1984 tot en met 1987 als bedoeld in de onder 2 geciteerde tussenbeschikking, is de Raad met de Inspecteur van oordeel, dat de aanslagen over de jaren 1986 en 1987 onherroepelijk vaststaan, nu daartegen geen bezwaar is gemaakt.
5.2. Met het opleggen van die aanslagen heeft de Inspecteur niet gehandeld in strijd met enig beginsel van behoorlijk bestuur, aangezien NV X alle gelegenheid had tegen die aanslagen een bezwaarschrift in te dienen. De gemachtigde van NV X kon in redelijkheid niet verwachten, dat hetgeen door hem in de reeds in 1991 gestarte beroepsprocedure tegen de beschikking op het bezwaarschrift betreffende de aanslag 1989 werd ingebracht, als een bezwaarschrift tegen de in 1992 opgelegde aanslagen 1986 en 1987 zou worden aangemerkt.
5.3. Op grond hiervan kunnen de door NV X aangegeven verliezen over 1984 tot en met 1987 niet meer worden verrekend met winsten over de daarop volgende jaren.
5.4. De Raad is met partijen van oordeel, dat ingevolge de beschikking van de Raad van 16 februari 1993, het over het jaar 1988 (red.: nummer 1992-001) aangegeven verlies van 48.015,= kan worden verrekend met de winst over het jaar 1989.
5.5. Ter zitting zijn partijen ermee akkoord gegaan, dat de in 1986 geactiveerde onderhoudskosten van rond 36.000,= in vier jaar (van 1986 tot en met 1989) worden afgeschreven. Dit betekend, dat het te verrekenen verlies over 1988 f. 9.000,= hoger is en op f. 57.015,= moet worden gesteld, terwijl de winst over 1989 f. 9.000,= lager is en derhalve f. 49.700,= - f. 9.000,= =f. 40.7000,= bedraagt.
5.6. Van het verlies over 1988 van 57.015 kan mitsdien een gedeelte groot 40.700,= in 1989 worden gecompenseerd en resteert voor de daarop volgende jaren nog een te compenseren verlies van 16.315,=.
De Raad vernietigt de beschikking op het bezwaarschrift alsmede de voor het jaar 1989 opgelegde aanslag.
mrs. H. Warnink, J.K. Moltmaker en J.W. Ilsink