ECLI:NL:ORBBNAA:1994:BU4851
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- H. Warnink
- J.K. Moltmaker
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Navordering inkomstenbelasting na termijnoverschrijding en onherroepelijke veroordeling
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 27 april 1994 uitspraak gedaan over een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting voor het belastingjaar 1986. De belanghebbende, aangeduid als X, ontving een navorderingsaanslag van 11.368.066 gulden, inclusief een boete van 100%, gedateerd op 4 maart 1993. X heeft hiertegen beroep aangetekend bij de Raad, waarbij de Inspecteur der Belastingen een vertoogschrift heeft ingediend. De zitting vond plaats op 19 november 1993, waar zowel de gemachtigde van X als de Inspecteur hun standpunten hebben gepresenteerd.
De Raad heeft allereerst de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en vastgesteld dat het beroepsschrift tijdig was ingediend. Vervolgens is de verdere beoordeling van het geschil aan de orde gekomen. De Inspecteur stelde dat de navorderingsaanslag was opgelegd naar aanleiding van feiten die aan het licht waren gekomen in een strafrechtelijk onderzoek, en dat daarom de termijn van vijf jaar, zoals bedoeld in artikel 48 van de Landsverordening Inkomstenbelasting (LIB), niet van toepassing was. De Raad heeft echter geoordeeld dat er geen onherroepelijke veroordeling was, zoals vereist in artikel 72 LIB, en dat de strafrechtelijke vervolging van X nog niet had geleid tot een behandeling ter terechtzitting.
Op basis van deze overwegingen heeft de Raad geconcludeerd dat de navorderingsaanslag niet in stand kon blijven en deze vernietigd. De uitspraak benadrukt het belang van de wettelijke termijnen voor navordering en de voorwaarden waaronder deze kunnen worden overschreden.