ECLI:NL:ORBBNAA:1995:BU5470
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- H. Warnink
- J.K. Moltmaker
- Th. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van beroepschrift na termijnoverschrijding in belastingzaak
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een beroepschrift dat is ingediend na de verstrijking van de beroepstermijn. De belanghebbende, aangeduid als X, had voor het belastingjaar 1986 een aanslag in de inkomstenbelasting ontvangen, gebaseerd op een zuiver inkomen van f. 25.964. Na het indienen van een bezwaarschrift op 9 maart 1989, handhaafde de Inspecteur de aanslag bij beschikking op 19 november 1993. X ging in beroep tegen deze beschikking, maar het beroepsschrift werd pas op 11 februari 1994 ingediend, wat buiten de termijn van twee maanden viel.
De Raad van Beroep voor Belastingzaken oordeelde dat, hoewel het beroepsschrift niet tijdig was ingediend, de termijnoverschrijding X redelijkerwijs niet kon worden toegerekend. De Raad hield rekening met het feit dat de beschikking op het bezwaarschrift niet met redenen was omkleed en dat X, die de Nederlandse taal niet goed beheerst, tijd nodig had om de strekking van de beschikking te begrijpen. De Raad concludeerde dat X het beroepschrift binnen twee maanden na het moment had ingediend waarop zij redelijkerwijs in staat kon worden geacht de beschikking te begrijpen.
Echter, de Raad constateerde ook dat X de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift bij de Inspectie met bijna zeven maanden had overschreden. Deze termijn is van openbare orde en de Raad kon hier niet omheen. X had niet aangetoond dat zij redelijkerwijs niet in staat was om de wettelijke termijn in acht te nemen. De Raad oordeelde dat de overschrijding van de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift ontoelaatbaar was.
Uiteindelijk vernietigde de Raad de beschikking van de Inspecteur en verklaarde X alsnog niet-ontvankelijk in haar bezwaar tegen de aanslag.