ECLI:NL:ORBBNAA:2001:BU3837
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Gijn
- J. Ilsink
- A. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Inkomstenbelasting en toepassing van penshonadoregeling in belastinggeschil
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 10 augustus 2001, staat de appellant centraal die in beroep is gekomen tegen een taxatieve aanslag opgelegd door de Inspecteur der Belastingen voor het belastingjaar 1995. De appellant had een inkomen van Naf 250.000, waarover een belastingbedrag van Naf 115.047,10 was vastgesteld, inclusief een boete van Naf 1000 wegens het niet tijdig indienen van de aangifte. De appellant heeft op 19 december 1997 bezwaar aangetekend en verzocht om toepassing van de penshonadoregeling, die een belastingtarief van 5% mogelijk maakt voor belastingplichtigen die aan bepaalde voorwaarden voldoen.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant geen aangifte heeft gedaan binnen de door de Inspecteur gestelde termijn, wat leidde tot de opgelegde taxatieve aanslag. De kern van het geschil was of de Inspecteur bij de uitspraak op bezwaar een boete kon opleggen op basis van artikel 23D, vijfde lid, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting (Lib). De Raad oordeelde dat de appellant onder de gegeven omstandigheden geen recht kon doen gelden op de penshonadoregeling, omdat hij niet tijdig aangifte had gedaan. De Inspecteur had ter zitting onbetwist gesteld dat de aanslag na vermindering niet tot een te hoog bedrag was opgelegd.
Uiteindelijk heeft de Raad het beroep ongegrond verklaard, waarmee de beslissing van de Inspecteur werd bevestigd. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige aangifte en de voorwaarden voor het toepassen van de penshonadoregeling, en bevestigt dat belastingplichtigen die niet aan deze voorwaarden voldoen, de reguliere belastingtarieven moeten betalen.