ECLI:NL:ORBBNAA:2002:BU4031
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- L. van Gijn
- Th. Groeneveld
- C.W.M. van Ballegooijen
- Rechtspraak.nl
Omkering van de bewijslast bij niet ingediende belastingaangiften en beoordeling van de financiële situatie van de belastingplichtige
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 31 januari 2002, gaat het om de omkering van de bewijslast in het kader van belastingaanslagen voor de jaren 1991 tot en met 1994. Appellant, die in 1987 van Nederland naar de Nederlandse Antillen verhuisde, ontving op 26 juli 1996 aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 1991, 1992, 1993 en 1994. De bezwaarschriften tegen deze aanslagen werden op 1 augustus 1996 ingediend, waarna de Inspecteur op 5 november 1999 de aanslagen verminderde. Appellant tekende op 1 december 1999 beroep aan tegen de beslissingen van de Inspecteur.
De mondelinge behandeling vond plaats op 4 april en 20 november 2001, waarbij de Inspecteur en appellant aanwezig waren. De Raad constateerde dat appellant geen tijdige aangiften had ingediend, wat leidde tot taxatieve aanslagen. De Raad oordeelde dat appellant niet overtuigend had aangetoond dat de schatting van zijn inkomen door de Inspecteur onjuist was. De Raad vond het onduidelijk hoe appellant zijn levensonderhoud had gefinancierd, gezien de lage aangegeven inkomsten en de hoge kosten van zijn woning.
De Raad concludeerde dat appellant niet aan zijn bewijsopdracht had voldaan en dat de Inspecteur's schatting van het inkomen redelijk was. De beslissing van de Raad was dat de beroepen van appellant ongegrond werden verklaard, waarmee de oorspronkelijke aanslagen in stand bleven. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige aangifte en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting voor de belastingplichtige.