ECLI:NL:ORBBNAA:2002:BU4434
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- L. van Gijn
- J.W. Ilsink
- L.F. van Kalmthout
- Rechtspraak.nl
Verschoonbare termijnoverschrijding bij aangifte inkomstenbelasting 1996
In deze zaak gaat het om een geschil tussen appellant en de Inspecteur der Belastingen over de termijnoverschrijding bij het indienen van een bezwaarschrift tegen een aanslag inkomstenbelasting voor het belastingjaar 1996. Appellant ontving op 1 maart 1997 een aangiftebiljet dat hij voor 1 mei 1997 moest indienen, met uitstel tot 15 december 1997. De Inspecteur had op 9 oktober 1998 nog geen aangifte ontvangen en legde daarom ambtshalve een aanslag op. Appellant heeft op 1 juni 2001 een kopie van zijn aangiftebiljet ingeleverd, omdat hij op 14 mei 2001 ontdekte dat de Inspecteur het aangiftebiljet voor 1996 niet had ontvangen. De Inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.
Appellant heeft op 6 juli 2001 beroep ingesteld bij de Raad van Beroep voor Belastingzaken. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 april 2002 zijn beide partijen verschenen. De Raad heeft vastgesteld dat de bezwaartermijn eindigde op 9 december 1998, maar dat appellant pas op 14 mei 2001 zich bewust werd van de aanslag. De Raad oordeelt dat appellant redelijkerwijs niet in staat was om binnen de termijn bezwaar te maken en dat zijn ingediende kopie van het aangiftebiljet terecht als bezwaarschrift is aangemerkt.
De Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beschikking op bezwaar en verwijst de zaak terug naar de Inspecteur. De Inspecteur moet binnen zes maanden na de uitspraak op het bezwaar beschikken, anders geldt dit als een weigering om uitspraak te doen, waartegen beroep openstaat. Deze uitspraak benadrukt het belang van rechtsbescherming en de mogelijkheid voor belastingplichtigen om tijdig bezwaar te maken, zelfs na termijnoverschrijding, indien zij redelijkerwijs niet in staat waren om binnen de gestelde termijn te reageren.