ECLI:NL:ORBBNAA:2002:BU4457

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
17 december 2002
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2001/393
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • L. van Gijn
  • Th. Groeneveld
  • C.W.M. van Ballegooi
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omkering van de bewijslast bij niet ingediende belastingaangifte

In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 17 december 2002, betreft het een geschil over de inkomstenbelasting voor het belastingjaar 1995. De appellant, die geen aangifte heeft gedaan, heeft een beroep gedaan op aftrek van uitgaven voor het levensonderhoud van zijn dochter, die in Florida studeerde. De Inspecteur der Belastingen heeft deze aftrek niet geaccepteerd, wat leidde tot een belastingaanslag. De Raad oordeelt dat, omdat de appellant geen aangifte heeft gedaan, hij de bewijslast heeft om aan te tonen dat de uitgaven daadwerkelijk zijn gedaan. De Raad concludeert dat de appellant slechts gedeeltelijk in zijn bewijsvoering is geslaagd. Er is overtuigend aangetoond dat er in september 1995 een bedrag van $ b is betaald voor lesgeld aan de Florida State University, wat neerkomt op Naf c. Echter, de overige kosten voor het levensonderhoud zijn niet overtuigend aangetoond en komen niet in aanmerking voor aftrek. Hierdoor wordt het belastbare inkomen van de appellant, dat na bezwaar was vastgesteld op Naf y, verminderd met Naf c tot Naf x.

De Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en vermindert de aanslag tot een belastbaar inkomen van Naf x. De procedure begon met een taxatieve aanslag die op 13 februari 1998 aan de appellant was opgelegd. Het bezwaarschrift van de appellant werd op 25 maart 1998 ingediend, waarna de Inspecteur op 20 juli 2001 de aanslag verminderde. De appellant heeft tijdig beroep aangetekend tegen deze beschikking op 19 september 2001. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 november 2002 in Curaçao, waar beide partijen aanwezig waren.

Uitspraak

Beschikking van 17 december 2002, nr. 2001/393
DE RAAD VAN BEROEP VOOR BELASTINGZAKEN
zitting houdende in Curaçao,
inzake:
belanghebbende
tegen
de Inspecteur der Belastingen
Aan appellant is met dagtekening 13 februari 1998 voor het jaar 1995 een taxatieve aanslag in de inkomstenbelasting opgelegd. Het daartegen gerichte bezwaarschrift is bij de Inspecteur ingekomen op 25 maart 1998. De Inspecteur heeft op het bezwaarschrift beslist bij beschikking van 20 juli 2001 en de aanslag verminderd.
Tegen de beschikking op bezwaar heeft appellant op 19 september 2001, dus tijdig, beroep aangetekend bij de Raad. De Inspecteur heeft geen vertoogschrift ingezonden.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van de Raad op 4 november 2002, gehouden op Curaçao. Beide partijen zijn ter zitting verschenen.
De Inspecteur heeft de door appellant opgevoerde aftrek van uitgaven van levensonderhoud van zijn dochter, N die in Florida heeft gestudeerd, ten bedrage van Naf a niet in mindering op het belastbare inkomen gebracht. Omdat appellant niet de vereiste aangifte heeft gedaan, dient hij overtuigend aan te tonen dat de bedoelde uitgaven inderdaad zijn gedaan. Hij is daarin, naar het oordeel van de Raad, slechts voor een klein gedeelte geslaagd. Overtuigend aangetoond is dat in september 1995 een bedrag van $ b voor haar is betaald als lesgeld aan de Florida State University. Dit komt afgerond neer op Na c. De overige kosten van haar levensonderhoud zijn niet overtuigend aangetoond en komen niet voor aftrek op het inkomen in aanmerking. Het na bezwaar vastgestelde belastbare inkomen van Naf y moet derhalve met Naf c worden verminderd tot Naf x
Beslissing.
De Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en vermindert de aanslag tot een naar een belastbaar inkomen van Naf x.
mrs. L. van Gijn, Th. Groeneveld en C.W.M. van Ballegooi