ECLI:NL:ORBBNAA:2003:BT8998
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Gijn
- A. Groeneveld
- J. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsgeldigheid van een belastingaanslag na overlijden belastingplichtige
In deze zaak gaat het om een belastingaanslag in de inkomstenbelasting voor het belastingjaar 1995, die op 3 oktober 1997 is opgelegd aan de belastingplichtige. De belastingplichtige heeft op 24 juli 1998 het leven gelaten, maar heeft niet tijdig bezwaar gemaakt tegen de aanslag. Het bezwaarschrift werd pas op 7 juni 2000 ingediend, wat buiten de wettelijke termijn van twee maanden na de dagtekening van de aanslag valt. De Inspecteur heeft het bezwaar dan ook terecht niet in behandeling genomen.
De mondelinge behandeling van de zaak vond plaats op 4 november 2002 in Willemstad, waar de Inspecteur aanwezig was, maar de appellant niet. De Raad moest zich buigen over de vraag of de aanslag vernietigd moest worden vanwege het overlijden van de belastingplichtige. De Raad oordeelt dat het overlijden van de belastingplichtige geen invloed heeft op de rechtsgeldigheid van de aanslag. De aanslag blijft deel uitmaken van de nalatenschap van de belastingplichtige, en de rechtsgeldigheid van de aanslag blijft intact, ongeacht het feit dat de belastingplichtige is overleden.
Uiteindelijk heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 4 november 2003 de uitspraak gedaan dat het beroep ongegrond is. De Raad bevestigt dat de Inspecteur de aanslag niet had hoeven vernietigen, omdat de belastingplichtige niet binnen de gestelde termijn bezwaar heeft gemaakt. De beslissing van de Raad benadrukt het belang van het tijdig indienen van bezwaar en de gevolgen van het overlijden van een belastingplichtige voor de belastingaanslagen.