ECLI:NL:ORBBNAA:2003:BU4463
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Gijn
- A. Groeneveld
- J. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke geschil over inkomstenbelasting en zorgvuldigheid van de Belastingdienst
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 4 november 2003, staat de rechtsgeldigheid van een taxatieve aanslag in de inkomstenbelasting voor het belastingjaar 1997 centraal. Belastingplichtige E had tijdig aangifte gedaan, maar ontving desondanks een aanslag die niet overeenkwam met zijn aangifte. Na bezwaar van de belastingplichtige heeft de Inspecteur gedeeltelijk aan het bezwaar tegemoetgekomen, maar de aanslag bleef in stand met correcties op het aangegeven inkomen. De belastingplichtige heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Raad.
Tijdens de zitting op 25 maart 2003 en de vervolgzitting op 29 oktober 2003 is de zaak behandeld. De Raad constateert dat de Inspecteur niet zorgvuldig heeft gehandeld door belastingplichtige niet te horen en de uitspraak op het bezwaarschrift niet te motiveren. De Raad oordeelt dat de rechtsgeldigheid van de aanslag niet wordt aangetast door deze onzorgvuldigheden, maar dat de inhouding van loon- en dividendbelasting wel moet worden verrekend. De Raad komt tot de conclusie dat de aanslag moet worden verminderd naar een belastbaar inkomen van Naf 90.487, met inachtneming van de ingehouden loonbelasting van Naf 646 en de te verrekenen dividendbelasting van Naf 463.
De Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de Inspecteur en past de aanslag aan. Dit vonnis benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de belastingprocedure en de noodzaak voor de Belastingdienst om transparant te zijn in hun beslissingen en communicatie met belastingplichtigen.