ECLI:NL:ORBBNAA:2004:BT8857
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- L. van Gijn
- C.W.M. van Ballegooijen
- G.J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake inkomstenbelasting en premieheffing AOV/AVBZ
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 1 juni 2004, ging het om de niet-ontvankelijkheid van een beroep dat was ingesteld door appellant tegen de beschikkingen van de Inspecteur met betrekking tot de aanslagen Inkomstenbelasting voor de jaren 1998 en 1999. Appellant had op 26 juli 2002 beroep ingesteld tegen de beschikkingen van de Inspecteur, die op 17 mei 2002 waren genomen naar aanleiding van de bezwaren van appellant. De Inspecteur had op 24 maart 2004 vertoogschriften ingediend. Volgens de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 staat er binnen twee maanden beroep open tegen de beschikkingen op bezwaar. Echter, appellant had zijn beroep pas na ruim twee maanden ingesteld, wat leidde tot de vraag of er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding.
Tijdens de zitting op 20 april 2004 verklaarde appellant dat hij niet goed wist waar hij beroep moest instellen en dat hij contact had gehad met een griffiemedewerker. De Raad oordeelde dat, hoewel op de beschikkingen op bezwaar vermeld stond dat beroep kon worden ingesteld bij de Raad, er geen termijn was aangegeven. Desondanks was de Raad van oordeel dat appellant niet verontschuldigbaar te laat was met het indienen van zijn beroep. De Raad verklaarde het beroep derhalve niet-ontvankelijk, omdat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, ondanks de onduidelijkheid over de termijn op de beschikking.