ECLI:NL:ORBBNAA:2005:BT5864

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
25 april 2005
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2004-0260
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • J.Th. Drop
  • C.W.M. van Ballegooijen
  • G.J. van Muijen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijstelling van invoerrechten voor een crossmotor als verhuisboedel

Op 25 april 2005 deed de Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba) uitspraak in de zaak met nummer 2004-0260. De zaak betrof de weigering van de Inspecteur om vrijstelling van invoerrechten te verlenen voor een crossmotor, die door belanghebbende als verhuisboedel was aangegeven. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 april 2005, waarbij belanghebbende niet aanwezig was, ondanks een wettelijk voorgeschreven oproep. De Inspecteur heeft een pleitnota ingediend, die als onderdeel van het dossier werd beschouwd.

De feiten van de zaak zijn als volgt: op 7 mei 2003 werd de motor aangegeven voor invoer, en op 9 mei 2003 werd de aangifte geregistreerd en de verschuldigde rechten voldaan. Belanghebbende was per 20 juni 2002 uitgeschreven uit het Eilandgebied, maar werd op 25 maart 2003 opnieuw ingeschreven. De motor was geschikt voor gebruik op de openbare weg, wat volgens de Wegenverordening 2000 niet uitgesloten was. Het geschil tussen partijen betrof de vraag of de Inspecteur terecht de vrijstelling wegens invoer van de motor als verhuisboedel had geweigerd.

De Raad overwoog dat op grond van artikel 35, lid 5 van de Landsverordening tarief van invoerrechten (LVTI) vrijstelling van invoerrechten wordt verleend voor personenvoertuigen die ten minste één jaar aantoonbaar en onafgebroken in het bezit en in gebruik waren van belanghebbende. Artikel 28, onderdeel g van de LVTI definieert een personenvoertuig als een motorvoertuig dat geschikt is voor de openbare weg. De Raad concludeerde dat, hoewel de motor ook voor hobbydoeleinden gebruikt kon worden, dit niet uitsloot dat het voertuig geschikt was voor gebruik op de openbare weg.

De Raad verklaarde het beroep ongegrond, omdat vaststond dat belanghebbende minder dan één jaar buiten het Eilandgebied woonachtig was geweest en de motor dus niet ten minste één jaar onafgebroken in gebruik had gehad. De Inspecteur had derhalve terecht de vrijstelling geweigerd.

Uitspraak

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP van 25 april 2005, nr. 2004-0260
1. Procesverloop
1.1. Aan belanghebbende is op 29 april 2003 een beschikking afgegeven waarbij het verzoek van belanghebbende d.d. 25 april 2003 om vrijstelling van invoerrechten bij de invoer van een crossmotor Suzuki R.M. 125 cc (hierna: de motor) is afgewezen.
Belanghebbende heeft op 9 juni 2003 tegen deze beschikking een bezwaarschrift ingediend. Gedagtekend 10 maart 2004 heeft de Inspecteur uitspraak gedaan waarbij het bezwaar is afgewezen.
1.2. Op 17 maart 2004 is bij de Raad het beroepschrift van belanghebbende binnengekomen, dit beroepschrift is derhalve tijdig ingediend.
De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend, binnengekomen bij de Raad op 31 januari 2005.
1.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden ter zitting van de Raad van 11 april 2005. Belanghebbende is niet verschenen, hoewel daartoe op de wettelijk voorgeschreven wijze opgeroepen. De Inspecteur heeft een pleitnota voorgedragen, welke pleitnota tot de stukken van het geding wordt gerekend.
2. Feiten
2.1. Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting zijn, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door één van hen gesteld en door de ander niet of niet voldoende weersproken, de volgende feiten vast komen te staan.
2.2. Op 7 mei 2003 werd de motor ten invoer aangegeven en op 9 mei 2003 werd deze aangifte geregistreerd en werden de verschuldigde rechten voldaan.
2.3. Belanghebbende is per 20 juni 2002 uit het Eilandgebied uitgeschreven en op 25 maart 2003 is belanghebbende wederom ingeschreven in het Eilandgebied.
2.4. De motor is zonder het aanbrengen van extra voorzieningen geschikt voor het gebruik op de openbare weg en een dergelijk gebruik is volgens de Wegenverordening 2000 ook niet uitgesloten. Er is derhalve sprake van een personenvoertuig in de zin van de Landsverordening tarief van invoerrechten (hierna: LVTI).
3. Geschil
Tussen partijen is uitsluitend in geschil het antwoord op de vraag of de Inspecteur terecht de vrijstelling wegens invoer van de motor als verhuisboedel heeft geweigerd.
4. De overwegingen
4.1. Op grond van artikel 35, lid 5 van de LVTI wordt vrijstelling van invoerrechten verleend voor de invoer van personenvoertuigen die ten minste één jaar aantoonbaar en onafgebroken in het bezit en in gebruik waren van belanghebbende.
4.2. Artikel 28, onderdeel g van de LVTI omschrijft een personenvoertuig als een motorvoertuig, zijnde geen sportvoertuigen of voertuigen voor het bedrijven van een hobby, op twee of meer wielen, met inbegrip van aanhangwagens voor andere dan bedrijfsmatig vervoer van personen of goederen en geschikt voor de openbare weg
4.3. Weliswaar kan de motor gebruikt worden voor het bedrijven van een hobby, doch dit sluit geenszins uit dat de motor geschikt is voor gebruik op de openbare weg, zoals onder 2.4 is vastgesteld.
4.4. Nu er sprake is van een personenvoertuig dat voldoet aan de vereisten van artikel 28, onderdeel g van de LVTI, is de betreffende vrijstelling slechts van toepassing indien belanghebbende voor de invoer ten minste één jaar onafgebroken het betreffende personenvoertuig in gebruik had. Vaststaat dat belanghebbende minder dan één jaar buiten het Eilandgebied woonachtig is geweest; hij zal de motor dan ook niet ten minst één jaar onafgebroken in het land van herkomst in gebruik hebben gehad.
De Inspecteur heeft terecht de vrijstelling geweigerd.
5. De beslissing
De Raad verklaart het beroep ongegrond.
mrs. J.Th. Drop als voorzitter en de leden C.W.M. van Ballegooijen en G.J. van Muijen