ECLI:NL:ORBBNAA:2006:1
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Beschikking
- J.Th. Drop
- C.A. van Ballegooijen
- G.J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Huurwaarde van een tweede woning in de Nederlandse Antillen voor belastingdoeleinden
In deze zaak gaat het om de huurwaarde van een tweede woning van belanghebbende, die in Nederland woont maar een woning bezit op Bonaire. De Raad van Beroep voor Belastingzaken heeft op 13 april 2006 uitspraak gedaan in het geschil over de vaststelling van de huurwaarde voor belastingdoeleinden. Belanghebbende had een aanslag in de inkomstenbelasting ontvangen over het jaar 1997, waarop hij bezwaar had gemaakt. De Inspecteur had de bruto huurwaarde vastgesteld op Naf 57.280, terwijl belanghebbende deze op Naf 53.120 had gesteld. De Raad moest beoordelen of belanghebbende belastingplichtig was en op welk bedrag de huurwaarde moest worden vastgesteld.
De Raad overwoog dat belanghebbende als buitenlands belastingplichtige de huurwaarde van zijn onroerend goed moest aangeven. De huurwaarde van een tweede woning wordt volgens vaste jurisprudentie vastgesteld op 8% van de verkoopwaarde. De Inspecteur had de verkoopwaarde vastgesteld op Naf 716.000, gebaseerd op de koopprijs en de stijgende verkoopprijzen op Bonaire. Belanghebbende stelde dat de leggerwaarde Naf 664.000 bedroeg, maar deze waarde was niet voldoende onderbouwd.
De Raad oordeelde dat de waardebepaling door de Inspecteur als juist uitgangspunt moest dienen voor de huurwaarde. De Raad verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarmee de beslissing van de Inspecteur werd bevestigd. De uitspraak werd gedaan door de rechters J.Th. Drop, C.A. van Ballegooijen en G.J. van Muijen, in aanwezigheid van de secretaris S.F. Rasmijn.