ECLI:NL:ORBBNAA:2006:BQ9203
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.Th. Drop
- C.W.M. van Ballegooijen
- G.J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en kosten voor gemene rekening in Curaçao
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 13 april 2006, gaat het om naheffingsaanslagen in de omzetbelasting voor de jaren 1999 en 2000, opgelegd aan belanghebbende, eigenaar van een landhuis op Curaçao. De naheffingsaanslagen zijn gebaseerd op vergoedingen die belanghebbende ontving van twee vennootschappen voor het gebruik van het landhuis. Belanghebbende heeft deze vergoedingen niet als omzet verantwoord, wat leidde tot de aanslagen en een opgelegde boete.
Belanghebbende heeft bezwaar aangetekend tegen de naheffingsaanslagen, maar de Inspecteur heeft deze in zijn uitspraak op bezwaar gehandhaafd. De Raad heeft de zaak op 27 maart 2006 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van belanghebbende als de Inspecteur aanwezig waren. De kern van het geschil is of de vergoedingen terecht tot de belaste omzet zijn gerekend of dat er sprake is van kosten voor gemene rekening, wat zou betekenen dat de naheffingsaanslagen vernietigd zouden moeten worden.
De Raad overweegt dat het aan belanghebbende is om aannemelijk te maken dat er sprake is van kosten voor gemene rekening. Belanghebbende heeft echter niet kunnen onderbouwen dat de vergoedingen als zodanig moeten worden aangemerkt. De Raad concludeert dat er geen bewijs is voor kosten voor gemene rekening en dat de Inspecteur terecht de boete heeft opgelegd. Bovendien ziet de Raad geen reden om terug te komen op eerdere beslissingen, ondanks het ontbreken van een tweede feitelijke instantie. De Raad verklaart het beroep ongegrond.