ECLI:NL:ORBBNAA:2006:BQ9537
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.Th. Drop
- C.W.M. van Ballegooijen
- G.J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Inbreng van onderneming in naamloze vennootschap en belastingheffing over gerealiseerde goodwill
In deze zaak gaat het om de belastingheffing over de gerealiseerde goodwill bij de inbreng van een onderneming in een naamloze vennootschap. De belanghebbende heeft op 31 december 2002 een aanslag inkomstenbelasting 1997 opgelegd gekregen. Tijdens een boekenonderzoek heeft hij op 23 december 2002 zijn bezwaren tegen de standpunten van de Inspecteur ingediend. Na een uitspraak op het bezwaar door de Inspecteur op 1 oktober 2004, heeft de belanghebbende op 20 oktober 2004 beroep aangetekend bij de Raad van Beroep voor Belastingzaken. De Raad heeft op 27 maart 2006 de zaak behandeld, waarbij de belanghebbende niet zelf aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde.
De Raad heeft vastgesteld dat de belanghebbende op 1 oktober 1997 zijn eenmanszaak heeft ingebracht in de naamloze vennootschap R N.V., waarbij een goodwill van Naf. 1.000.000,- op de openingsbalans is geactiveerd. De vraag die centraal staat in deze procedure is of de belanghebbende recht heeft op een stamrecht ten laste van het belastbaar inkomen, zoals bedoeld in artikel 11, lid 2 van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (LIB).
De Raad oordeelt dat de voordelen behaald bij de inbreng van de onderneming in de naamloze vennootschap tot de belastbare winst behoren, zoals vastgelegd in artikel 6, lid 2, letter d van de LIB. De belanghebbende heeft niet gekozen voor een geruisloze inbreng volgens artikel 8, letter f van de LIB, wat betekent dat de gerealiseerde winst moet worden belast. De Raad concludeert dat de stelling van de belanghebbende dat een stamrecht kan worden bedongen, berust op een onjuiste lezing van de wet en dat de winst tot het belastbare inkomen van het betreffende jaar moet worden gerekend. De Raad verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond.