ECLI:NL:ORBBNAA:2006:BQ9538
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Drop
- A. Groeneveld
- J. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van kosten van een werkkamer in de eigen woning voor belastingplichtigen
In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 8 januari 2006 uitspraak gedaan over de aftrekbaarheid van kosten van een werkkamer in de eigen woning van een belastingplichtige. De belanghebbende, werkzaam als belastingadviseur, had voor het jaar 2001 een aanslag in de inkomstenbelasting ontvangen, waarbij de Inspecteur een belastbaar inkomen van Afl. 137.444 had vastgesteld. De belanghebbende diende tijdig een bezwaarschrift in, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag. Hierop volgde een beroepschrift bij de Raad, die de zaak op 2 november 2005 mondeling behandelde.
De kern van het geschil was of de kosten van de werkkamer in de eigen woning als verwervingskosten van loon uit dienstbetrekking in aanmerking konden komen. De belanghebbende stelde dat deze kosten aftrekbaar waren, terwijl de Inspecteur dit ontkende. De Raad oordeelde dat de kosten van een werkkamer in de eigen woning voor het uitoefenen van een dienstbetrekking inderdaad aftrekbaar zijn, zoals geregeld in artikel 9 van de Landsverordening op de inkomstenbelasting (LIB). De Raad benadrukte dat de wetswijzigingen geen invloed hadden op de aftrekbaarheid van deze kosten, ondanks dat voordelen uit een eigen woning niet tot het belastbare inkomen worden gerekend.
De Raad concludeerde dat het belastbaar inkomen van de belanghebbende moest worden verminderd met Afl. 3.708, wat leidde tot een nieuw belastbaar inkomen van Afl. 136.036. De uitspraak van de Raad verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en verminderde de aanslag dienovereenkomstig. Deze uitspraak bevestigt de mogelijkheid voor belastingplichtigen om kosten van een werkkamer in de eigen woning af te trekken, mits deze kosten direct gerelateerd zijn aan de dienstbetrekking.