ECLI:NL:ORBBNAA:2007:BT2876
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.Th. Drop
- C.W.M. van Ballegooijen
- G.J. van Muijen
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke geschillen over inkomstenbelasting en afwaardering van vorderingen
In deze zaak gaat het om een belastinggeschil tussen de belanghebbende en de Inspecteur over de aanslagen in de inkomstenbelasting voor de jaren 1998 en 1999. Voor het jaar 1998 werd een aanslag opgelegd van Naf. 83.854, die na bezwaar door de Inspecteur werd verminderd. Voor het jaar 1999 werd een navorderingsaanslag opgelegd, waartegen belanghebbende bezwaar maakte. De Inspecteur verklaarde dit bezwaar echter niet-ontvankelijk, maar verlaagde de aanslag ambtshalve tot Naf. 140.558.
Tijdens de zitting op 23 april 2007 werd het geschil besproken, waarbij de Raad moest oordelen over de ontvankelijkheid van het bezwaar voor 1999 en de afwaardering van vorderingen voor beide jaren. De Raad oordeelde dat het bezwaar voor 1999 ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard, omdat het bezwaarschrift tijdig was ingediend. Dit leidde tot de vernietiging van de uitspraak op bezwaar en het beroep werd gegrond verklaard.
Wat betreft de afwaardering van vorderingen, stelde de Raad vast dat de belastingplichtige niet voldoende had aangetoond dat de vorderingen voor 1998 en 1999 oninbaar waren. De Raad oordeelde dat de belastingplichtige niet aannemelijk had gemaakt dat een bedrag van Naf. 20.000 voor 1998 en Naf. 73.071 voor 1999 ten laste van de winst kon worden gebracht. Echter, de Inspecteur accepteerde een afwaardering van 10% van de vorderingen, wat resulteerde in een vermindering van de aanslagen voor beide jaren.
De Raad verklaarde het beroep tegen de aanslag over 1998 gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en verlaagde de aanslag tot Naf. 79.375. Voor de navorderingsaanslag over 1999 werd het beroep ook gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de navorderingsaanslag verlaagd tot Naf. 136.808.