ECLI:NL:ORBBNAA:2008:BI3354

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
12 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2005/0351-0352
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. Drop
  • B. Groeneveld
  • C. Overgaauw
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van onroerendgoed-activiteiten als ondernemerschap of vermogensbeheer

In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba) op 12 september 2008 uitspraak gedaan over de kwalificatie van de onroerendgoed-activiteiten van belanghebbende. Belanghebbende had voor het belastingjaar 2002 een belastbaar inkomen aangegeven van Naf 42.330, maar de Inspecteur legde een aanslag op naar een belastbaar inkomen van Naf 54.645. Na bezwaar van belanghebbende handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging. Tijdens de zitting op 2 november 2006 te Willemstad werd de zaak behandeld, waarbij belanghebbende en de Inspecteur aanwezig waren.

De Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende een groothandel in insecticiden exploiteert en daarnaast onroerend goed verhuurt. De onroerend goed activiteiten omvatten zeven appartementen, twee kantoor-/winkelruimtes en een woonhuis. Belanghebbende heeft aanzienlijke investeringen gedaan in onroerend goed, waaronder de restauratie van een monument en de bouw van een appartementengebouw. De Raad heeft de elementen voor beoordeling van ondernemerschap in deze context geanalyseerd, waaronder de grootte van het geïnvesteerde vermogen, het aantal verhuurde onroerende zaken, de bruto huuropbrengst, de hoeveelheid arbeid die aan de activiteiten is besteed, en de bekendheid van de activiteiten.

De Raad concludeert dat belanghebbende zijn onroerend goed activiteiten als een onderneming heeft gedreven, gezien de intensieve betrokkenheid bij de exploitatie en de presentatie van zijn activiteiten naar buiten toe. De Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de bestreden uitspraak en vermindert de aanslag tot een belastbaar inkomen van Naf 42.330. Deze uitspraak benadrukt het belang van verschillende elementen bij de beoordeling van de kwalificatie van onroerend goed activiteiten als ondernemerschap of vermogensbeheer.

Uitspraak

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP
Vindplaats          2005/0351-0352
Datum                12 september 2008
Rechters             Drop, Groeneveld en Overgaauw
Middel                 Inkomstenbelasting
Artikel                 Art. 6
Belastingjaar      2002
Plaats                 Curaçao
Essentie             Onroerendgoed-activiteiten: ondernemerschap of vermogensbeheer?
 Elementen voor beoordeling zijn (a) grootte van het in onroerend goed
 geïnvesteerde vermogen, (b) aantal voor de verhuur bestemde onroerende
 zaken, (c) bruto huuropbrengst, (d) hoeveelheid arbeid besteed aan
 verwerving, stichting en exploitatie van het onroerendgoedbezit, en (e) de
 bekendheid die naar buiten aan de werkzaamheid wordt gegeven.
1. Het procesverloop
1.1. Belanghebbende heeft voor het jaar 2002 een belastbaar inkomen aangegeven van Naf 42.330. Hem werd een aanslag in de inkomstenbelasting opgelegd naar een belastbaar inkomen van Naf 54.645. Bij beschikking op het tijdig ingediende bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. Belanghebbende is daar tijdig tegen in beroep gekomen. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.2. Ter zitting van 2 november 2006 te Willemstad zijn verschenen belanghebbende alsmede de Inspecteur.
2. Vaststaande feiten
2.1. Belanghebbende genoot in het onderhavige jaar een (bruto)pensioen van Naf 41.246.
2.2. Belanghebbende drijft onder de naam X in de vorm van een eenmanszaak een groothandel in insecticiden en aanverwante artikelen ter bescherming van gewas. Met deze activiteit is een halve weektaak gemoeid. In het onderhavige jaar beliep de omzet Naf 58.260 en de brutowinst Naf 29.766.
2.3.1. Belanghebbende verhuurt een aantal onroerende goederen gelegen te A, straat P (zeven appartementen), straat Q (twee kantoor-/winkelruimtes en vier kamers) en straat R (woonhuis). De appartementen in straat P worden deels aan vakantiegangers verhuurd.
2.3.2. Straat P, nr. [1] is een monument en werd gerestaureerd. Straat P, nr. [2] werd gesloopt en op de vrijgekomen locatie is op ontwerp van belanghebbende een appartementengebouw met vier appartementen gecreëerd. De werkzaamheden ten behoeve van het appartementengebouw vonden plaats onder regie van belanghebbende. Een en ander vergde een investering van Naf 395.000, welke belanghebbende deels met geleend geld heeft gefinancierd.
2.3.3. Belanghebbende heeft de verhuur van onroerende goederen als eenmanszaak doen inschrijven in het Handelsregister Cura?ao onder de handelsnaam Y en als datum van vestiging 3 januari 1994.
2.3.4. Y had tot mei 2003 een eigen bedrijfscribnummer waarop omzetbelasting werd voldaan. Belanghebbende voldoet ter zake van deze activiteit nog steeds omzetbelasting, zij het vanaf mei 2003 onder een gezamenlijk Cribnummer met X.
2.3.5. In het onderhavige jaar bedroeg de bruto opbrengst huren Naf 50.986 en het resultaat voor afschrijvingen Naf 8.720. Op de gecombineerde balans ultimo 2002 van X en Y staat onder de activa onroerend goed (“Gebouwen”) voor Naf 356.257.
3. Geschil en standpunten van partijen
Partijen verschillen van mening over het ondernemerschap van belanghebbende ten aanzien van zijn activiteit uitgeoefend onder de naam Y. Belanghebbende is van mening die activiteit als ondernemer te verrichten. De Inspecteur is daarentegen van mening dat zij moet worden gekwalificeerd als vermogensbeheer.
4. Overwegingen omtrent het geschil
4.1. Voor de beoordeling van het karakter van de onroerend goedactiviteiten van belanghebbende acht de Raad de volgende elementen van belang:
- grootte van het in onroerend goed geïnvesteerde vermogen,
- aantal voor de verhuur bestemde onroerende zaken,
- bruto huuropbrengst,
- hoeveelheid arbeid besteed aan verwerving, stichting en exploitatie van het onroerendgoedbezit,
- de bekendheid die naar buiten aan de werkzaamheid wordt gegeven.
4.2. Ten aanzien van het element arbeid acht de Raad voorts relevant dat belanghebbende zich zeer intensief heeft bezig gehouden met de stichting van het appartementengebouw aan de straat P (2.3.2.). Voorts betrekt de Raad bij dit element dat belanghebbende ter zitting heeft gesteld een halve werkweek te besteden aan werkzaamheden met betrekking tot de panden, waaronder verhuuractiviteiten m.b.t. de voor vakantiebewoning bestemde appartementen. De Raad hecht geloof aan het gestelde als voormeld.
4.3. Belanghebbende behaalt met een in onroerend goed geïnvesteerd vermogen ad Naf 356.257 (2.3.5.) een bruto huuropbrengst van Naf 50.986 (2.3.5.). Hij besteedt een halve werkweek aan beheer- en exploitatie van het onroerend goed. Naar buiten toe presenteert belanghebbende zijn werkzaamheden ter zake van het onroerend goed als een bedrijf (2.3.3. en 2.3.4.). Mede in aanmerking genomen het overwogene onder 4.2. hiervoor, is de Raad op grond van alle hiervoor vermelde feiten en omstandigheden, van oordeel dat de onroerend goedactiviteiten van belanghebbende zich afspelen in het kader van een voor zijn rekening onder de naam Y gedreven onderneming. Het beroep is derhalve gegrond.
4.4. Ter zitting hebben partijen eenparig verklaard dat voor het geval het gelijk aan belanghebbende zou zijn het belastbaar inkomen gelijk is aan het aangegeven belastbaar inkomen ad Naf 42.330.
5. Beslissing
De Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de bestreden uitspraak en vermindert de aanslag tot een naar een belastbaar inkomen van Naf 42.330.