Uitspraak
gemachtigde [A],
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
In deze zaak, behandeld door de Raad van Beroep voor Belastingzaken op 17 april 2009, staat de vraag centraal of belanghebbende een voorziening kan vormen voor pensioenverplichtingen aan de directeur. De belanghebbende, opgericht in 1999, heeft in 2002 een voorziening van Naf 70.000 gevormd voor pensioenrechten van de directeur, die in 1999 in dienst trad. De Inspecteur heeft deze voorziening niet geaccepteerd, wat leidde tot een bezwaar en uiteindelijk beroep. De Raad heeft vastgesteld dat de directeur geen loon heeft genoten in 2002, maar dat er wel een rechtens afdwingbare pensioentoezegging bestaat. De Raad oordeelt dat de kosten van de pensioentoezegging ten laste van de winst kunnen worden gebracht, ongeacht het feit dat het salaris niet is genoten. De Raad heeft de waardering van de pensioenverplichting van belanghebbende niet gevolgd, maar heeft wel geoordeeld dat de opbouw van het benodigde kapitaal ten laste van de jaren vanaf 1997 kan worden gebracht. Uiteindelijk heeft de Raad het beroep gegrond verklaard, de beschikking van de Inspecteur vernietigd en de aanslag winstbelasting verlaagd tot Naf 29.068.