ECLI:NL:ORBBNAA:2010:BP6502

Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)

Datum uitspraak
3 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
2009/0068
Instantie
Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepschrift inzake aanslag inkomstenbelasting

In deze zaak heeft de Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba) op 3 september 2010 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroepschrift dat door belanghebbende was ingediend tegen een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2002. De aanslag was op 8 juli 2008 opgelegd en belanghebbende had op 28 augustus 2008 bezwaar aangetekend. De Inspecteur handhaafde de aanslag bij uitspraak van 7 januari 2009, waarna belanghebbende op 2 maart 2009 in beroep ging. De Inspecteur diende een vertoogschrift in en er vond een zitting plaats op 21 april 2010 te Oranjestad, waar zowel de gemachtigde van belanghebbende als de Inspecteur aanwezig waren.

De Raad oordeelde dat het beroepschrift niet gemotiveerd was, hetgeen in strijd is met artikel 5, tweede lid van de Landsverordening Beroep in Belastingzaken (LBB). De secretaris van de Raad had de gemachtigde van belanghebbende al eerder gewezen op het gebrek aan motivering en een termijn van zes weken gegeven om het beroepschrift te onderbouwen. Aangezien belanghebbende van deze gelegenheid geen gebruik had gemaakt, concludeerde de Raad dat het beroepschrift niet-ontvankelijk verklaard moest worden.

De beslissing van de Raad was dus dat het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling werd genomen. Deze uitspraak benadrukt het belang van een goed gemotiveerd beroepschrift in belastingzaken en de gevolgen van het niet voldoen aan de wettelijke vereisten.

Uitspraak

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP
1. Het procesverloop
1.1 Aan belanghebbende is op 8 juli 2008 een aanslag in de inkomstenbelasting opgelegd voor het jaar 2002.
1.2 Belanghebbende is op 28 augustus 2008 in bezwaar gekomen tegen de aanslag. Bij uitspraak van 7 januari 2009 heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd.
1.3 Belanghebbende is op 2 maart 2009 tegen deze uitspraak in beroep gekomen.
1.4 De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend. Tot de stukken van het geding behoort voorts een brief van de gemachtigde van 8 april 2010.
1.5 Ter zitting van 21 april 2010 te Oranjestad zijn verschenen de gemachtigde van belanghebbende, alsmede de Inspecteur.
2. Ontvankelijkheid
Ingevolge artikel 5, tweede lid van de Landsverordening Beroep in Belastingzaken (LBB) dient het beroepschrift met redenen omkleed te zijn. Het namens belanghebbende ingediende beroepschrift bevat geen gronden. Bij brief van 30 september 2009 van de secretaris van de Raad is de toenmalige gemachtigde van belanghebbende hierop gewezen en is een termijn van zes weken gesteld om het beroepschrift te motiveren. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt. De conclusie is daarom dat het beroepschrift niet-ontvankelijk verklaard moet worden.
3. Beslissing
De Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.