Conclusie
Feiten en procesgang
fictievesituatie ten tijde van de inwerkingtreding van de nieuwe huwelijksvoorwaarden, maar op de
feitelijkesituatie op dat tijdstip.
inkomenvan de vrouw zal worden verminderd.
Artikel 1:166 BW
Wetsgeschiedenis
oudBW (sinds de Wet van 6 mei 1971, Stb. 290, genummerd art. 1:166) werd ingevoerd bij de wet van 18 februari 1922, Stb. 69. In een eerste versie van het wetsontwerp bevatte art. 287a niet de fictie van de herleving van de gevolgen van het eerste huwelijk. Dit werd in de ontwerp-MvT (Bijlage bij de MvA, Tweede Kamer Zitting 1921–1922 - 91, nr. 1) als volgt toegelicht:
Betekenis naar huidig recht
Gemeenschapsschuld
oudBW, dat met ingang van 1 januari 1992 is vervallen omdat het naast art. 3:166 BW als overbodig werd beschouwd. Zie hierover uitvoerig Asser-De Ruiter-Moltmaker, 14e druk, nrs. 364 e.v. en voor wat betreft de andere rechten van de schuldeisers (art. 1:100, lid 2, 3:180 en 3:193 BW), nr. 358.
toekomstigebaten niet meer in een gemeenschap zullen vallen — deze is immers opgeheven en vervangen door een uitsluitingsstelsel — niet als benadeling van schuldeisers mag worden beschouwd.’’
Nadere beoordeling van het onderhavige geval
Beoordeling van de cassatiemiddelen
Conclusie