ECLI:NL:PHR:1996:47

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juli 1996
Publicatiedatum
21 juni 2024
Zaaknummer
3507
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • Mr. Van Dorst
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen beschikking van de rechtbank te Utrecht inzake teruggave inbeslaggenomen goederen

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank te Utrecht. De beschikking betreft de ongegrondverklaring van een klaagschrift dat door klaagster is ingediend, waarin zij verzocht om teruggave van een hoeveelheid goederen die onder verdachte in beslag zijn genomen. De beschikking is gegeven naar aanleiding van het klaagschrift van klaagster, die de levensgezel is van verdachte. Volgens artikel 552d lid 2 van het Wetboek van Strafvordering staat cassatieberoep alleen open voor het openbaar ministerie en voor de klager. Dit betekent dat verzoeker, die in deze zaak niet de klager is, niet-ontvankelijk is in zijn cassatieberoep. De advocaat van klaagster, mr. D.F. Blackmon, heeft vier middelen van cassatie voorgesteld, maar aangezien klaagster zelf geen cassatieberoep heeft ingesteld, blijven deze middelen onbesproken. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker in zijn cassatieberoep.

Conclusie

Nr. 3507 Besch.
Parket, 10 juli 1996
Mr Van Dorst
Conclusie inzake:
[verdachte]
Edelhoogachtbaar College,
Het cassatieberoep richt zich tegen een beschikking van de rechtbank te Utrecht houdende de ongegrondverklaring van het door [klaagster] ingediende klaagschrift strekkende tot teruggave aan haar van een hoeveelheid onder [verdachte] inbeslaggenomen goederen. Blijkens de cassatie-akte is het beroep ingesteld namens voornoemde [verdachte] (de levensgezel van [klaagster]).
2. Ingevolge art. 552d lid 2 Sv staat tegen een beschikking als de onderhavige cassatieberoep alleen open voor het openbaar ministerie en voor de klager. Vgl. HR DD 79.022, 92.061 en 92.227. Nu de beschikking van de rechtbank is gegeven naar aanleiding van een door [klaagster] ingediend klaagschrift, had [klaagster] in cassatie kunnen komen, doch niet verzoeker. Verzoeker is daarom niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep.
3. Namens [klaagster] heeft mr D.F. Blackmon, advocaat te Amsterdam, vier middelen van cassatie voorgesteld. [klaagster] heeft echter geen cassatieberoep ingesteld. De middelen moeten derhalve onbesproken blijven.
4. Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van verzoeker in zijn cassatieberoep.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden,