ECLI:NL:PHR:1996:AA1701
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Van Soest
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vennootschapsbelasting en fiscale eenheid
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van B.V. X tegen de uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam van 14 februari 1995, waarin de aan B.V. X opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting over de periode van 1 mei tot en met 31 december 1987 werd bevestigd. B.V. X is een dochteronderneming waarvan A B.V. de houdster is van alle aandelen. De staatssecretaris van Financiën heeft zich in cassatie verweerd tegen het beroep van B.V. X. De belanghebbende stelt dat het Hof ten onrechte heeft overwogen dat zij niet tot een fiscale eenheid behoorde en dat de afwijzing van de fiscale eenheid onterecht was. Het Hof heeft geoordeeld dat de belanghebbende zelf belastingplichtig was en dat de belastingschuld correct was vastgesteld. De Procureur-Generaal concludeert dat het beroep in cassatie ongegrond is en dat de uitspraak van het Hof moet worden bevestigd. De zaak is van belang voor de interpretatie van de regels omtrent fiscale eenheden en de verplichtingen van vennootschappen bij het indienen van belastingaangiften.