Conclusie
4.6. Gelet op het zojuist overwogene moet ook het beroep van [eiseres] op opschorting verworpen worden. Uit de stellingen en proceshouding van [eiseres] blijkt dat zij zelf de beweerdelijke gebreken in de leveringen van [A] heeft hersteld, en dan ook geen aanspraak meer maakt op alsnog deugdelijke levering door [A] maar alleen op schadevergoeding. In het onderhavige geding in conventie wordt de opschorting van haar betalingsverplichting kennelijk uitsluitend ingeroepen ter inleiding van een voorgenomen compensatie met haar (overigens door de curator betwiste) schadevordering. Dat komt in strijd met bovengenoemde uitsluiting van het beroep op compensatie in de Smecoma-voorwaarden.’’