ECLI:NL:PHR:1998:AA2365
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Van Soest
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslagen loonheffing en de verplichtingen van de inhoudingsplichtige
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het gerechtshof te Arnhem. De belanghebbende, X B.V., was inhoudingsplichtige voor haar enige werknemer en had in 1993 en 1994 aangiften voor de loonheffing gedaan, maar deze niet tijdig afgedragen. De inspecteur van de Belastingdienst legde naheffingsaanslagen op, inclusief administratieve boetes wegens te late betaling. De belanghebbende betwistte de naheffingsaanslagen, met als argument dat zij niet opzettelijk te weinig belasting had betaald. Het hof oordeelde in het voordeel van de belanghebbende, maar de staatssecretaris ging in cassatie.
De Hoge Raad beoordeelt of de belanghebbende de verhoging van de naheffingsaanslag verschuldigd is. De Hoge Raad concludeert dat het hof zijn beslissing heeft gegrond op een verkeerde rechtsopvatting. De verplichtingen van de inhoudingsplichtige zijn duidelijk: zij moet de ingehouden belasting tijdig afdragen. De Hoge Raad oordeelt dat de belanghebbende opzettelijk te weinig belasting heeft betaald, wat leidt tot de conclusie dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven. De zaak wordt verwezen naar een ander gerechtshof voor verdere behandeling en beslissing, waarbij ook de hoogte van de boete opnieuw beoordeeld moet worden.