ECLI:NL:PHR:2000:AA9100
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak op verzet in belastingprocedure
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Doorn tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. Het Hof had op 26 oktober 1999 het verzet van de Stichting X gegrond verklaard tegen een beschikking van de Voorzitter van het Hof, die de Stichting niet-ontvankelijk had verklaard in haar beroep tegen een WOZ-beschikking. De kern van de zaak draait om de vraag of het beroepschrift tijdig is ingediend. De Voorzitter had vastgesteld dat het beroepschrift op 12 januari 1999 was binnengekomen, terwijl de termijn op 11 januari 1999 eindigde. Het Hof oordeelde echter dat het niet uitgesloten was dat het beroepschrift eerder ter post was bezorgd, waardoor het beroep alsnog tijdig zou zijn. Dit leidde tot de gegrondverklaring van het verzet.
In cassatie werd de vraag opgeworpen of het cassatieberoep ontvankelijk was en welke toets de Hoge Raad moest aanleggen. De Procureur-Generaal concludeerde tot verwerping van het beroep, waarbij hij opmerkte dat de wetgeving omtrent verzet in belastingzaken zowel onder oud als nieuw recht de mogelijkheid van cassatie tegen uitspraken op verzet toestaat. De Hoge Raad bevestigde dat het Hof de ontvankelijkheid van het beroep ten principale moest beoordelen na de gegrondverklaring van het verzet. De conclusie was dat het Hof correct had geoordeeld en dat het beroep in cassatie verworpen moest worden.