ECLI:NL:PHR:2001:AD3955
Parket bij de Hoge Raad
- A.S. Hartkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door [eiser] tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 27 oktober 1999 is gewezen. De feiten van de zaak zijn vastgelegd in een (tussen)vonnis van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch van 16 oktober 1998. Het Gerechtshof heeft het vonnis bekrachtigd, waarna [eiser] tijdig beroep in cassatie heeft ingesteld. Het cassatiemiddel bestaat uit zeven onderdelen, waarvan het eerste en het laatste onderdeel nader verdeeld zijn. De klachten van [eiser] zijn gericht tegen de rechtsoverwegingen 4.3 tot 4.6 van het arrest van het Gerechtshof.
De conclusie van de Procureur-Generaal, Mr. A.S. Hartkamp, is dat alle klachten falen. De Procureur-Generaal stelt dat de beslissingen van het Gerechtshof niet blijk geven van een onjuiste rechtsopvatting en niet onbegrijpelijk zijn. Bij de afzonderlijke klachten wordt opgemerkt dat de klacht van onderdeel 1a feitelijke grondslag mist, omdat deze slechts een deel vermeldt van de gronden waarop het hof zijn beslissing heeft gebaseerd. Het hof was bovendien niet verplicht om op alle stellingen van [eiser] in te gaan, mede gezien de wijze waarop deze waren geuit en de verdediging door [verweerster].
De Procureur-Generaal concludeert dat de overige onderdelen van het cassatiemiddel ook falen, omdat de beslissingen van het hof niet onbegrijpelijk zijn en de stellingen van [eiser] niet voldoende onderbouwd zijn. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep, wat betekent dat het arrest van het Gerechtshof in stand blijft.