ECLI:NL:PHR:2001:AD4312
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Wortel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de oplegging van een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen na verkrachting
In deze zaak heeft de Hoge Raad zich gebogen over de oplegging van een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen aan de verzoeker, die was veroordeeld voor verkrachting. Het Gerechtshof te Amsterdam had deze maatregel opgelegd, maar de verzoeker heeft cassatie aangetekend. De kern van het geschil betreft de vraag of het Hof voldoende onderzoek heeft gedaan naar alternatieve behandelingsmogelijkheden voor de verzoeker, zoals voorgesteld door deskundigen tijdens de terechtzittingen.
Tijdens de behandeling ter terechtzitting op 9 december 1999 gaven deskundigen aan dat de bestaande ambulante hulp niet toereikend was voor de verzoeker. De deskundige Wilson, werkzaam als jeugdreclasseerder, had goede ervaringen met een 'first offenders-project', maar kon geen actuele informatie over de verzoeker geven. Het Hof heeft de behandeling aangehouden om meer informatie te verkrijgen over de behandelmogelijkheden, maar heeft uiteindelijk besloten dat er geen alternatieven beschikbaar waren.
De verzoeker heeft in cassatie aangevoerd dat het Hof ten onrechte de maatregel heeft opgelegd zonder nader onderzoek te doen naar mogelijke alternatieven. De deskundigen hadden aangegeven dat er geen behandelingen beschikbaar waren die specifiek gericht waren op minderjarigen die zedendelicten hebben gepleegd. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof voldoende was voorgelicht en dat het oordeel van het Hof dat de maatregel noodzakelijk was, niet onbegrijpelijk is. Het middel van cassatie faalt, en de Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de beschikbare behandelmogelijkheden en de noodzaak voor de rechter om zich te baseren op de informatie die tijdens de terechtzitting is gepresenteerd. De Hoge Raad bevestigt dat de rechter zijn beslissingen moet nemen op basis van de telastlegging en het onderzoek ter terechtzitting, en dat nieuwe informatie na het sluiten van het onderzoek niet zonder meer kan worden meegewogen.