ECLI:NL:PHR:2001:ZC3687
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en koopovereenkomst bij sieruien
In deze zaak vordert eiseres tot cassatie, [eiseres], veroordeling van verweerders in cassatie, [verweerder 1], [verweerder 2], [verweerder 3], en [verweerder 4], tot afgifte van een partij sieruien (Allium Globemaster) tegen een prijs van ƒ 1.300.000,--, alsmede hoofdelijke veroordeling tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat. Eiseres stelt dat verweerders onrechtmatig hebben gehandeld door de partij sieruien op 11 mei 1998 van de eigenaar, [betrokkene A], te kopen, terwijl zij wisten dat eiseres deze partij eerder op 2 mei 1998 van [betrokkene A] had gekocht onder de ontbindende voorwaarde dat de financiering vóór 15 mei 1998 rond zou zijn.
Zowel de rechtbank te Alkmaar als het Gerechtshof te Amsterdam hebben de vorderingen van eiseres afgewezen. Het hof oordeelde dat niet is komen vast te staan dat verweerders wisten van de eerdere koopovereenkomst tussen eiseres en [betrokkene A]. Bovendien zijn er geen bijzondere omstandigheden gesteld die erop wijzen dat verweerders onzorgvuldig hebben gehandeld door ook van [betrokkene A] te kopen. De enkele wetenschap van de tweede koper dat de verkoper wanprestatie pleegt tegenover de eerste koper is onvoldoende om onzorgvuldig handelen aan te nemen.
Het hof heeft zijn beslissing gebaseerd op twee gronden die elk zelfstandig kunnen dragen. Het cassatieberoep is ingesteld op basis van een middel dat beide gronden bestreed. Onderdeel 1 van het middel richt zich tegen de afwijzing van het bewijsaanbod van eiseres, maar het hof heeft geoordeeld dat eiseres niet voldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld om aan te nemen dat verweerders wisten van de eerdere koopovereenkomst. Dit oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Nu onderdeel 1 faalt, heeft eiseres geen belang meer bij de bespreking van onderdeel 2, dat zich richt tegen een andere rechtsoverweging. De aangevoerde klachten nopen niet tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep.